Bill (William A.) Richards is klinisch psycholoog aan de psychiatrische afdeling van de Johns Hopkins School of Medicine, waar hij de afgelopen zestien jaar onderzoek met psychedelica gedaan heeft, inclusief zijn huidige studies over psilocybine-ondersteunde psychotherapie voor kankerpatiënten die kampen met angst voor het levenseinde. Richards’ psychedelische onderzoek stamt uit 1963, en in de late jaren ’60 en beginjaren ’70 werkte hij samen met collega’s als Walter Pahnke en Stanislav Grof. Onlangs deed hij uitgebreid verslag van zijn decennialange wetenschappelijke carrière in psychedelica en menselijk bewustzijn in zijn boek Sacred Knowledge: Psychedelics and Religious Experiences. Stichting OPEN sprak met Richards, die direct heel toeschietelijk is en tegelijkertijd serieus en met tastbaar enthousiasme over zijn werk vertelt. [fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][Bill Richards zal bovendien een van de sprekers zijn op onze ICPR 2016-conferentie over onderzoek naar psychedelica.]
U bent klinisch psycholoog met een formele opleiding in theologie en vergelijkende godsdienstleer, en u heeft uw gehele carrière besteed aan het onderzoek naar de beloften van psychedelica bij klinische behandeling. Hoe zijn al deze uiteenlopende interessegebieden bijeengekomen?
Toen ik begon aan de universiteit, dacht ik dat ik dominee zou worden en deed ik een major in de filosofie en een minor in psychologie en sociologie. Daarna ging ik naar de faculteit Religiestudies van Yale, waar ik vakken volgde als hedendaagse hindoeïstische systemen en taalanalyse, en mijn perspectief op religie ontwikkelde zich tot een steeds rijkere en bredere visie. Maar aan het eind van het eerste jaar twijfelde ik of ik er wel geschikt voor was.
Daarna studeerde ik in Duitsland (aan de Universiteit van Göttingen), waar ik in 1963 per toeval op psychedelica stuitte. Terwijl ik sommige theologische vakken nogal pedant vond – soms werden er hele discussies gevoerd over de betekenis van een Hebreeuws woord – ontdekte ik tot mijn verbazing de ervaringsdimensie van religie aan de School of Medicine, waar verschillende alternatieve bewustzijnstoestanden serieus werden genomen, inclusief ervaringen van religieuze aard die als openbarend werden gezien.
Na Yale ging ik naar de Andover Newton Theological School en studeerde ik Godsdienstpsychologie, gevolgd door vakken aan de Brandeis universiteit met de humanistisch/transpersoonlijke psycholoog Abraham Maslow. Daarna kreeg ik een baan aangeboden in het werken met psychedelica en verhuisde ik van Boston naar Baltimore (waar ik psychotherapie-onderzoek deed met LSD, DPT, MDA en psilocybine aan het Maryland Psychiatric Research Center). Maar ik vond dat ik niet de juiste titels had om onderzoeker te worden, dus ging ik door met studeren aan de Catholic University, behaalde een doctoraat en werd gecertificeerd klinisch psycholoog.
Toen ik mijn doctoraal deed leek het alsof sommige mensen me aankeken alsof ik doelloos was – ik studeerde muziek, filosofie, psychologie en religie – maar als ik terugkijk, dan zie ik dat het de perfecte opleiding was voor het werk dat ik nu doe. Ik werd een psychedelisch therapeut lang voordat die naam uitgevonden was, en op een of andere manier leek het alsof ik intuïtief wist wat ik aan het doen was!
Wat was het eerste waar u aan begon te werken?
Toen ik in Baltimore aankwam hadden we twee overheidsbeurzen van het National Institute of Mental Health om onderzoek te doen naar LSD-ondersteunde psychotherapie: een voor het behandelen van alcoholisten en de andere voor het behandelen van wat we toentertijd ‘neurotici’ noemden, opgenomen mensen die depressief of angstig waren, of kampten met persoonlijkheidsstoornissen. Ik begon ook te werken met kankerpatiënten die worstelden met angst en depressie (waarvoor amper financiering beschikbaar was). Een van de redenen dat ik daarvoor werd aangenomen was mijn theologische achtergrond.
Door met zulke uiteenlopende groepen te werken heb ik gemerkt dat mensen gewoon mensen zijn, ongeacht hun diagnose. Iedereen ervaart rouw, schuld en woede, hoogtepunten en dieptepunten, en iedereen snakt naar een filosofie of een inzicht dat helpt om betekenis te geven aan het leven.
Kunt u me uitleggen hoe u te werk gaat met iemand in een klinische setting?
Het standaard-ontwerp voor een sessie met een psychedelische substantie is dat er twee therapeuten aanwezig zijn; de één is de hoofdtherapeut en de ander is de co-therapeut. We behandelen één persoon tegelijkertijd, zodat elke vrijwilliger de ruimte krijgt voor een inwendige focus. De deelnemer ligt op een bank; we gebruiken een oogmasker en een koptelefoon zodat ze kunnen ontspannen, maar ook om ze te helpen diep in hun geest te duiken. Dit zorgt voor een veilige en productieve manier van werken, want de vrijwilliger wordt niet afgeleid door zintuiglijke waarnemingen of wat er in de kamer gebeurt, of door enige druk om ‘sociaal’ te doen. Wanneer een initiële psychedelische sessie op deze manier wordt gestructureerd hebben mensen meestal een diepere ervaring dan ze in een andere setting zouden hebben. Wat betreft het meten van variabelen is het ook makkelijker om met één persoon tegelijk te werken. Als er meerdere vrijwilligers in de kamer zouden zijn, die tegelijkertijd psychedelische ervaringen hebben, dan zou dat het onderzoeksontwerp complexer maken.
Ik heb een artikel in The New Yorker gelezen waarin werd vermeld dat u een set “vlieginstructies” had opgesteld voor degenen die psychedelische therapie ondergaan. Wanneer heeft u deze instructies opgesteld en waarom?
Dat is niet iets wat ik ooit echt heb neergeschreven in een formeel document; het is meer iets als een informele checklist die ik persoonlijk deel met de behandelde. Het helpt bij het smeden van de relatie en creëert een gevoel van veiligheid. Het bestrijkt praktische zaken zoals hoe om te gaan met wc-bezoeken, of wat te doen als je misselijk wordt, tot hoe te navigeren binnen je bewustzijnsveld. Als er bijvoorbeeld iets bedreigends verschijnt, dan moedigen we deelnemers aan om hulp te vragen als ze dat nodig hebben, en om het dreigende beeld in de ogen te kijken. Met andere woorden, om er op af te gaan, want op het moment dat mensen controle zoeken door iets te vermijden, worden ze paranoïde en verward. Weerstand ontstaat meestal uit een verzet tegen wat gaande is. Onze fundamentele mantra is “vertrouw, laat los, wees open”. We moedigen de mensen tevens aan om hun intellect naar buiten te sturen om in de tuin te spelen tijdens de werkingsduur van het middel, in plaats van te proberen de ervaring direct cognitief te categoriseren.
Veel onderzoekers stellen dat de kracht van suggestie wellicht een rol speelt zodra medische professionals psilocybine toedienen. Is het inderdaad waarschijnlijker dat de patiënt onder zulke omstandigheden aan de verwachtingen van de therapeut zal voldoen (inclusief het vermijden van een ‘bad trip’)?
Het is van het hoogste belang dat mensen zich veilig voelen. We stellen hen voor dat ze hun geest “Open Huis” verklaren en dat ze bevestigen dat alles en iedereen welkom is. Ik zou echter zeggen dat de inhoud van een inwendige reis zelden door suggestie wordt beïnvloed, want mensen hebben radicaal verschillende ervaringen in identieke settings. In zeer lage doses zou psychologische suggestie een grotere rol kunnen spelen op het vlak van beeltenissen, maar in gemiddelde tot hoge doses lijkt de inhoud onafhankelijk te zijn van wat men zou verwachten, en is die vaak behoorlijk verrassend.
Het is vaak een worsteling voor mensen om hun taal en ideeën te coördineren met de daadwerkelijke ervaring die ze onder invloed van psychedelica hebben. Ik heb onlangs bijvoorbeeld met een atheïst gewerkt die een diepe spirituele ervaring had en achteraf verklaarde “God te hebben gezien”. Anderzijds zijn er ook mensen die heel graag een goddelijk visioen van Christus willen hebben, zoals sommige priesters, maar bij wie de ervaring uitdraait op het verwerken van problemen uit hun jeugd, zoals seksueel misbruik. Psychedelica lijken je keer op keer precies daar naartoe te brengen waar het werk gedaan moet worden.
Deze onvoorspelbaarheid is de reden dat sommige mensen psychedelica eng vinden, en ze als gevaarlijk bestempelen. Maar voor degene die het ontluikende proces doormaakt is er een ongelooflijke wijsheid en choreografie aan verbonden die het zeer betekenisvol maakt. Met andere woorden, wat er gebeurt is niet chaotisch of willekeurig – het heeft allemaal betekenis.
U noemt psychedelica ‘entheogenen’, wat letterlijk betekent dat ze ‘het goddelijke van binnen oproepen’, en uw werk richt zich op mystieke/religieuze ervaringen en hun baten. Veel godsdienstgeleerden hebben zich afgevraagd of chemisch opgeroepen mystieke ervaringen hetzelfde zijn als degene die zich spontaan voordoen. Wat denkt u?
Het kan heel goed zijn dat er een chemisch substraat verbonden is aan alles wat wij ervaren. We weten bijvoorbeeld dat DMT van nature in het menselijk lichaam wordt geproduceerd. Eén hypothese stelt dat wanneer iemand in een diep meditatieve staat een spiritueel moment beleeft, er meer DMT wordt gegenereerd, of dat misschien de verhouding tussen CO2 en O2 in het bloed verandert, of wat dan ook. Maar er is waarschijnlijk altijd wel een chemisch substraat verbonden aan wat we ook ervaren, met of zonder psychedelische stoffen.
Ik heb geen idee of heiligen in de geschiedenis psychogene paddenstoelen in hun stoofpot aten, dan wel dat hun natuurlijk biochemisch gestel er simpelweg voor zorgde dat ze mystieke ervaringen hadden. Wat is een goddelijke gift en wat wordt veroorzaakt door wat we eten? Wie zal het zeggen? Maar er bestaat geen twijfel over dat er soms enorm diepe mystieke ervaringen ontstaan wanneer iemand een adequate dosis psychedelica neemt, in een ondersteunende omgeving, en met serieuze intenties. Ze zijn fantastische hulpmiddelen omdat ze zo betrouwbaar potent zijn om mensen daadwerkelijk diepe, transformatieve bewustzijnstoestanden te helpen ervaren. De inhoud van (achteraf beschreven) transcendentale psychedelische sessies lijkt, vanuit een fenomenologisch oogpunt, niet te kunnen worden onderscheiden van de inhoud zoals die in de historische literatuur van het mysticisme wordt beschreven, dus het is waarschijnlijk dat ze inderdaad dezelfde ervaringskwaliteit en -diepte reflecteren.
U maakt gebruik van wetenschappelijke methoden om psychedelische ervaringen of bewustzijnstoestanden te verkennen die vaak hoogst persoonlijk en onuitspreekbaar zijn. Is het voor de wetenschap echt mogelijk mystieke ervaringen te onderzoeken?
De wetenschap is het onderzoeksontwerp. Stel dat de ene persoon Rilatine krijgt en de andere psilocybine met dezelfde verwachting in een “dubbelblind” ontwerp; het enige verschil is de inhoud van de capsule, die niemand kent behalve de apotheker. De wetenschap stelt op die manier vast dat het inderdaad echt de psilocybine is die de diepe ervaring veroorzaakt, en niet louter de suggestie, want degenen die Rilatine hadden gekregen rapporteerden niet dezelfde ervaringen[1].
Ik voer momenteel een psychedelisch onderzoek uit met leidende figuren van verschillende wereldreligies. Er is een controlegroep-wachtlijst, dus na screening en selectie worden sommigen direct willekeurig ingedeeld voor voorbereiding voor psilocybine terwijl anderen 6 maanden moeten wachten voordat ze de actieve fase van de studie ingaan. We zijn aan het vergelijken wat er gebeurt met degenen die al psilocybine hebben gekregen en zij die het nog niet hebben gehad, en we verzamelen de informatie door middel van vragenlijsten, en formele interviews met familie en collega’s. In het bijzonder zijn we geïnteresseerd in veranderingen in houdingen en gedrag, die meestal worden waargenomen na het beleven van transcendentale bewustzijnstoestanden. De bewustzijnstoestand die we “mystiek” noemen, gekarakteriseerd door ervaringen van eenheid, overstijging van tijd en ruimte, intuïtieve kennis, heiligheid, diepgevoelde positieve stemmingen en onbeschrijflijkheid, lijkt niet alleen enorm betekenisvol te zijn voor degenen die het meemaken en het zich herinneren, maar lijkt ook bij te dragen aan wat William James “fruits for life” noemde.
Waarom is het belangrijk om zulke toestanden te verkennen?
Sommige mensen leven gewoon hun leven, zonder zich ooit af te vragen waar we vandaan komen, waar we heen gaan en waarom we op dit planeetje zijn, tollend door de ruimte. Anderen doen dat wel. Misschien is het een gen. Sommigen van ons hebben een religieus of filosofisch gen dat wil begrijpen wat het leven betekent. Ik denk dat de meeste mensen zich dit soort vragen stellen wanneer het leven zwaar wordt, wanneer ze gedwongen zijn de dood te benaderen (hun eigen dood of die van een naaste) of zelfs wanneer ze de geboorte van een kind zien. Het is dat gevoel van mysterie.
Ik vind het een mooie gedachte dat we, in onze huidige evolutie binnen het bewustzijn, beginnen te begrijpen dat we nog steeds aan het ontstaan zijn en wakker worden. Ik denk dat de hedendaagse focus in onze cultuur op meditatie, spirituele ontwikkeling, yoga enzovoort een reflectie is van ons verlangen om te ontwaken in een ruimer bewustzijn. Ik denk dat mystiek bewustzijn simpelweg intrinsiek is aan ons bestaan.
Onderzoek heeft aangetoond dat psychedelica, met een hoge mate van betrouwbaarheid, het optreden van mystieke vormen van bewustzijn bij gezonde vrijwilligers mogelijk maken. Zou u dus zeggen dat mystieke ervaringen essentieel zijn voor de baat die mensen hebben bij psychedelische behandelingen?
Ja. Als er maar één essentiële factor zou zijn, dan zou dat het zijn. Het ervaren van een gevoel van een verenigd bewustzijn is levensveranderend voor veel mensen. In dat opzicht zijn we dan ook niet zozeer onderzoek aan het doen naar het effect van psilocybine, maar bestuderen we veeleer het effect van bepaalde alternatieve toestanden van het menselijke bewustzijn.
De meest drastische omschakelingen in houding en gedrag lijken te gebeuren in de nasleep van een mystieke ervaring. We zien veranderingen in het concept dat mensen hebben van wat de aard van de werkelijkheid is, wie ze zijn, hun verbondenheid met anderen; het geeft ze een gevoel van vertrouwen dat er niets van binnen zit dat niet kan worden vergeven en opgelost; er is een toename van eigenwaarde; een waardering van de schoonheid en het koesteren van anderen, zelfs van degenen waar ze het niet mee eens zijn. De ideale behandeling lijkt er één te zijn die zowel de ervaring van psychodynamische verwerking in zich heeft alsook een bepaald soort van mystieke transcendentie.
Daagt het hebben van een psychedelische ervaring het vigerende materialistische wereldbeeld uit?
Ik zou eerder zeggen dat het dat verrijkt of verdiept. Filosofisch beschouwd denk ik dat de vraag die wordt opgeroepen is, “wat is de uiteindelijke aard van materie?” Bekeken vanuit het perspectief van de kwantummechanica beginnen we nu pas te begrijpen dat de zogenaamde “materiële werkelijkheid” een diepere gelaagdheid kent.
Uit psychedelisch onderzoek komt consistent naar voren dat het hebben van mystieke ervaringen een sterk effect heeft op het wegnemen van de angst om dood te gaan; iets aan deze toestanden maakt dat ze echter aanvoelen dan de alledaagse realiteit. Dit werpt het klassieke geest/lichaam-probleem op: wat is de relatie tussen de hersenen en het bewustzijn? Als het inderdaad zo is, zoals sommigen theoretiseren, dat het brein het bewustzijn ontvangt en verwerkt, zoals een radio radiosignalen ontvangt, waar komt dat bewustzijn dan vandaan? Een ander voorbeeld: als je een televisietoestel uit elkaar haalt, dan zie je nergens enig spoor van de blonde nieuwslezeres die net nog het journaal erin presenteerde. Maar de uitzending was er wel degelijk – ze kwam ergens vandaan. We staan aan de drempel van een fascinerende verkenningshorizon, in de psychiatrie, in religiestudies, en in de natuurwetenschap. Uiteindelijk weten we eerlijk gezegd nog steeds niet wat we zijn.
Veel van de onderzoeken van de eerste generatie zijn op meerdere vlakken gebrekkig, soms zelfs onethisch genoemd. Was dit simpelweg hoe wetenschap destijds werd bedreven, of speelde het ‘wilde enthousiasme’ voor deze nieuwe soort substanties een rol in de soms roekeloze manier waarop experimenten werden uitgevoerd? Historisch gezien heeft het geleid tot maatschappelijke hysterie en uiteindelijk in restrictieve wetgeving, waarvan het decennia heeft geduurd om weer te herstellen.
Er was aanvankelijk veel enthousiasme. Toen psychedelica voor het eerst in de moderne westerse cultuur verschenen, werden ze gewoon per post verstuurd naar therapeuten. Timothy Leary was niet de enige die met deze stoffen werkte. Veel mensen werkten er op klinische manier mee in universiteiten of privépraktijken, zowel in Europa als in Noord-Amerika, om te experimenteren omtrent hun nut. Terwijl sommige clinici geen getrainde onderzoekers waren en zonder controlegroepen werkten, waren er ook veel die hun onderzoeken met grote verantwoordelijkheid en zorg uitvoerden. Psychedelica hebben in feite een merkwaardige veiligheidsstatus. Inheemse groepen hebben deze chemicaliën in hun plantaardige vormen (ayahuasca, psilocybine-bevattende paddenstoelen, peyote, enz.) duizenden jaren lang in groepsverband gebruikt, zonder dat iemand ook maar één keer hun bloeddruk mat.
In de jaren ’60 waren we niet voorbereid om met psychedelica om te gaan, en velen maakten er op klunzige wijze misbruik van. De media reageerden gealarmeerd en al snel werden psychedelica miskend. Tegenwoordig is de pers veel evenwichtiger en benadert ze psychedelica vanuit een veel kalmer en meer gegrond perspectief.
Hoe komt dit? Onze onderzoeksontwerpen zijn dezer dagen veel strikter. We hebben sindsdien decennialang getuigschriften en statistieken verzameld over hoe bijzonder deze medicijnen zijn. Het hele veld is volwassener geworden – we weten meer. We zijn slimmer. We hebben geleerd dat psychedelica niet voor iedereen zijn. Er is een scala aan manieren om persoonlijke en spirituele groei te ontwikkelen, dus zelfs als ze ooit legaal beschikbaar worden, denk ik niet dat iedereen erin geïnteresseerd zal zijn ze te gebruiken. Sommige mensen zouden zelfs wijselijk moeten worden geadviseerd ze niet te gebruiken, zoals zij die een zware mentale aandoening hebben.
Stel dat u alle middelen voor wetenschappelijk onderzoek tot uw beschikking zou hebben, welke vraag zou u dan beantwoord willen zien?
In mijn boek staan drie hoofdstukken die dergelijke vragen behandelen – een met betrekking tot medische, een met betrekking tot educatieve en een met betrekking tot religieuze perspectieven – en ik zou elk van deze paden kunnen bewandelen. Op medisch vlak lijkt de behandeling van verslavingen met psychedelica erg hoopvol. Naast medische behandeling zouden ze ook erg veelbelovend kunnen zijn in het ondersteunen van creativiteit, en misschien is dat wel wat ik zou onderzoeken.
Een probleem is dat mensen die in het algemeen geen psychedelica zouden moeten nemen – zoals jonge mensen, die het recreatief doen – dat wel doen terwijl verantwoordelijke, gevestigde geleerden het niet doen. Dus wat we vaak in de pers zien zijn verhalen over hoe jongelingen op de spoeddienst belanden, in plaats van te horen hoe wetenschappers nieuwe inzichten verwerven door het gebruik van psilocybine, DMT, mescaline of LSD. Steve Jobs heeft ooit beweerd dat psychedelica hem cruciale intuïtieve inzichten hebben gegeven die de creativiteit in zijn leven vergrootten. Ik zou het fantastisch vinden om goedgetrainde fysici aan de top van hun onderzoeksgebied een gestructureerde psychedelische ervaring te geven. Uit een dergelijk onderzoek zouden zeer waardevolle nieuwe inzichten en perspectieven kunnen voortvloeien.
Ik heb ook de wilde fantasie dat het ooit mogelijk wordt (voor mensen die religiestudies volgen) om een psychedelische ervaring te hebben die studiepunten waard is. Ongeacht mensen studeren om een christelijke priester, een joodse rabbijn, een hindoeïstische of boeddhistische priester of een islamitische imam te worden, stel ik voor dat het hebben van een diepe religieuze ervaring deel zou uitmaken van hun opleiding, in plaats van enkel terug te vallen op geschriften of tradities.
Heeft u nog plannen voor toekomstig psychedelisch onderzoek dat u zou willen uitvoeren?
Ik zou het heel mooi vinden als de waarde van psychedelica voor sociopathische persoonlijkheden zou worden onderzocht. De manier waarop we heden ten dage gevangenissen vullen is niet verlicht te noemen. Er zijn manieren om mensen met een traumatische jeugd te helpen een gevoel van persoonlijke waarde en respect voor anderen te ontwikkelen, en een gevoel voor moraliteit dat oprecht is en niet opgelegd, maar in plaats daarvan van binnenuit komt. Het zou niet goedkoop zijn en het zou intensieve therapie vergen, maar in vergelijking met iemand levenslang op te sluiten, zou het economisch en ook vanuit altruïstisch oogpunt heel zinvol zijn. Zeker voor jonge mensen die net in het gevangenissysteem terechtkomen, zou zo’n behandeling misschien wel hun levensloop kunnen veranderen.
[1] Zie csp.org/psilocybin voor gepubliceerde studies en commentaar.
[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]