OPEN Foundation

Therapeutic Application

Capturing the different health conditions that PAP may adress

Treating drug addiction with psychedelics looks promising

Although controversial only a few years ago, there is ample evidence that psychedelics can help in the fight against addictions (use disorders). Over the past decades, there have been multiple studies looking into the workings of psychedelics in the field of addiction. Multiple trials have concluded that there are indeed possibilities to develop psychedelic-assisted treatments towards treating multiple drug addictions. Below we list just a few promising areas which include LSD for alcoholism, psilocybin for smoking cessation and alcoholism, and ibogaine for opioid addiction.
Back at ICPR2012, researchers from Norway presented a meta-analysis of randomized controlled trials using lysergic acid diethylamide (LSD) for alcoholism. Researchers Krebs and Johansen had found six trials done in the 1960s and 1970s that included a total of 536 participants. The researchers concluded that “A single dose of LSD, in the context of various alcoholism treatment programs, is associated with a decrease in alcohol misuse.” The results of the meta-analysis were published in the Journal of Psychopharmacology that same year and made it to mainstream media.
Contemporary addiction research has focused on using two compounds in particular: psilocybin and ibogaine. LSD is less researched, perhaps because of stigma or the long active duration of the psychedelic effects of LSD. Ketamine and MDMA are also researched and covered in this year’s online conference. Preliminary studies suggest that these compounds may help with the treatment of drug-related disorders. However, it is still not completely clear how their mechanism of action results in the observed outcomes.
At Johns Hopkins School of Medicine, Professor Matthew Johnson conducted a study with psilocybin and tobacco smokers. Twelve of the 15 participants managed to quit tobacco smoking, and importantly: maintained their decision to quit. Although it was a small sample group, a success rate of 80% was enough to warrant studies with larger groups.

Image
Johnson, who is currently the President-Elect of the International Society for Research on Psychedelics, will give a talk at our Psychedelics in Psychiatry and Psychotherapy Symposium on the working mechanisms of psychedelics used in clinical research.

What could be the mechanism of action that helps people kick their addiction when treated with psychedelics? I an interview we did with Prof. Johnson in 2015 he stated that: “evidence suggests that there are psychological mechanisms of action at play. For example, people endorse that after the psilocybin sessions, it was easier for them to make decisions that were in their long-term best interest, and they were less likely to make decisions based on short-term, hedonistic desires.” They also seemed to feel more in control of decisions about their behavior, and Johnson says “they also reported an increase in their self-efficacy, their confidence in their ability to remain quit.”
Another area where psilocybin seems promising is in treating alcoholism. Addiction researcher Michael Bogenschutz at New York University has been interested in alcohol-related treatments and is now conducting studies using psilocybin: “I’m interested in addiction in general but for me alcohol, which is a very common, devastating addiction throughout the world, was a logical place to start. As I learned when I started investigating the topic, a considerable amount of research on the use of psychedelic treatment (mainly LSD) and alcohol had already been conducted in the late 1950s.”

Elizabeth M. Nielson, PhD, CASAC - Psychedelic.Support
At ICPR2020 Dr. Elisabeth Nielson will present the historical context and current clinical research on Psilocybin-Assisted Treatment of Alcohol Use Disorder.
In addition, at the upcoming International Symposium on Psychedelics in Psychiatry and Psychotherapy (ISPPP) there are several presentations about clinical application for psychedelics in alcoholism, including the Bristol Imperial MDMA in Alcoholism Study (BIMA) which is an open label within-subject feasibility study in 20 patients with Alcohol Use Disorder who have recently undergone detoxification. The study is conducted by Ben Sessa, MD, one of the ICPR2020 speakers, and its principal investigator is Professor David Nutt.

A less known psychedelic compared to psilocybin and MDMA is ibogaine, which is derived from the African plant Tabernanthe iboga. Ibogaine was a hot topic at this year’s World Economic Forum which included positive reports on ibogaine’s potential role as an addiction interrupter for opioid addiction.
In the Netherlands, researchers at the Radboud University have been investigating the use of ibogaine for addiction. During ICPR2016, researchers from Radboud shared some promising pre-clinical evidence for the efficacy of ibogaine in treating addiction and shared some of the challenges of conducting psychedelic research in the Netherlands.
Currently there are several clinical research projects recruiting participants for psychedelic research in the Netherlands and Europe.
Luís Fernando Tófoli, who is a Professor of Psychiatry at the Faculty of Medical Sciences of the University of Campinas, Brazil, gave a fascinating review at ICPR2016 about brain imaging studies on psychedelics and their relation to addiction studies. Reviewed results point to effects in the medial prefrontal cortex, the anterior and posterior cingulate cortex and the precuneus. Psychedelics also seem to affect limbic structures (e.g. amygdala), insula, occipital lobe and, less frequently, thalamus and they have been associated with a deactivation of the default mode network. Psychedelics have a relatively modest impact on dopaminergic circuits associated with addiction, but they affect structures implicated in cue processing and decision-making in drug-seeking behavior.
At ICPR2020, Prof. Tófoli is returning, this time discussing the role of integration in psychedelic experiences, including in the treatment of addiction with ibogaine in biomedical clinics.

Een van de weinige Nederlandse psychiaters die werkt met psychedelica

Psychiater Tijmen Bostoen werkt als trauma-expert in Centrum ‘45, waar binnenkort een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (of RCT) van start gaat met MDMA in de behandeling van PTSS. Daarnaast behandelt Bostoen sinds dit jaar patiënten die zowel een psychotrauma als een depressie hebben met ketamine, aan het LUMC. Daarmee is hij één van de weinige psychiaters in Nederland die zich bezig houden met psychedelica. We spraken hem over zijn ervaringen.

Waar is je interesse in psychedelica begonnen?

Dat begon voor mij op ICPR 2016. Tijdens het congres werd me duidelijk dat psychedelica-onderzoek interessant is en dat ik er meer van wilde weten. Het onderwerp intrigeerde me heel erg omdat de onderzoeksresultaten zo veelbelovend zijn. Wat me tijdens het congres opviel, was dat er echt goed opgezet onderzoek is gedaan met RCTs. Dat maakte voor mij duidelijk dat ik het onderwerp serieus moest nemen.
Ik had al wel eens iets gehoord over behandelingen met psychedelica, met name omdat Bastiaans daar in de jaren ’70 mee bezig is geweest. Soms had hij opvallende resultaten met LSD-behandelingen bij de ernstigst getraumatiseerde concentratiekamp-overlevers. [Bastiaans was hoogleraar psychiatrie en net als Tijmen verbonden aan Centrum ‘45 in Oegstgeest, red.]
Maar als je er dan induikt, dan blijkt dat er best al veel onderzoek gedaan is in de vorige eeuw en dat er veel al is uitgezocht. Met hele interessante resultaten. Niet echt volgens de wetenschappelijke standaarden van nu, maar toch. Dat was echt een eye-opener voor me.

Vier jaar later ben je één van de weinige psychiaters in Nederland die met deze middelen werken. Dat is best snel gegaan.

Ja, inderdaad. Toen Rick Doblin (de directeur van MAPS) in Nederland was voor ICPR’16, werd ik uitgenodigd voor een etentje. De directeur van Stichting OPEN en mijn collega Eric Vermetten waren daar ook bij aanwezig. Tijdens dat etentje is onze interesse gewekt om zelf een studie op te zetten naar MDMA, met ondersteuning van MAPS.
Toen een paar maanden later bleek dat de MDMA-assisted psychotherapy for PTSD studie in Amerika zó voorspoedig ging dat MAPS eerder dan gepland in Europa onderzoek wilde gaan doen, wisten Eric en ik meteen dat we daarbij wilden aanhaken.
Binnenkort gaat de pilot van start bij ons in Centrum ‘45. Dit is een opmaat naar de fase 3 klinische studie waarmee MAPS MDMA wil registreren als medicijn voor PTSS. Met die registratiestudie hopen we over een jaar te starten. De voorbereidingen zijn volop aan de gang.

Daarnaast werk je sinds begin dit jaar ook met ketamine, aan het LUMC. In welke context doe je dat?

Ik behandel patiënten die zowel een psychotrauma als een depressie hebben. We behandelen die patiënten volgens een depressieprotocol met ketamine. Dat zijn zes ketaminesessies in twee weken. Dat is een heel intense behandeling.
Het is voor ons ook een beetje pionieren, omdat we nog niet zo goed weten hoe ketamine nou bij PTSS werkt. We willen toewerken naar een gespecificeerde PTSS-behandeling met ketamine. Deze pilot is vooral bedoeld om ervaring op te doen met ketaminebehandelingen en om te kijken of dit depressieprotocol ook aanslaat bij patiënten die naast depressieve klachten ook last hebben van een psychotrauma / PTSS.
Het is heel mooi dat we hierin kunnen samenwerken met het LUMC en ervaring op kunnen doen met deze behandeling.

Hoe kan het dat je PTSS-patiënten al mag behandelen met ketamine, terwijl er nog geen klinisch onderzoek naar is gedaan?

Het is een off-label behandeling. Ketamine is een geregistreerd geneesmiddel, dat eerder al uitgebreid onderzocht werd en inmiddels al vele tientallen jaren gebruikt wordt door anesthesisten: we weten wat het doet en wat de bijwerkingen zijn. De laatste jaren wordt gekeken wat de effecten bij psychiatrische aandoeningen zijn en dan vooral bij depressie. Als je een medicijn off-label gebruikt dan komen er wel extra criteria bij. Je moet bijvoorbeeld heel goed overleggen met de patiënt en goed duidelijk maken dat je iets voorschrijft voor een aandoening waarvoor dat middel niet bedoeld is. Je moet uiterst zorgvuldig te werk gaan. Maar dan mag het wel, binnen de geneeskunde.

Hoe reageren patiënten, slaat de behandeling aan?

Ik vind het in ieder geval opvallend hoe goed en snel ketamine werkt op de depressieve symptomen. Of het ook specifiek effect heeft op alle PTSS-symptomen, dat moet ik nog zien. Ik kan me er wel iets bij voorstellen dat ketamine de gangbare traumabehandelingen beter werkzaam maakt. Maar ik weet het nog niet zeker, daar is het te vroeg voor. Ik wil er meer van zien en er op een gegeven moment ook klinisch onderzoek naar gaan doen.

Wat voor dosis geef je patiënten en krijgen ze daar een psychedelische ervaring van?

We gebruiken 0,5 mg s-ketamine per kilogram lichaamsgewicht. Of het echt geestverruimend is zoals je bij de klassieke psychedelica of MDMA ziet dat weet ik niet, maar het geeft zeker veranderde bewustzijnseffecten. Je ziet echt wel dat mensen heel fors onder invloed zijn en moeite hebben de intense ervaring onder woorden te brengen. Maar vaak kost het deze getraumatiseerde mensen moeite zich over te geven aan de ervaring.

Zijn die psychedelische effecten onderdeel van het werkingsmechanisme, of eerder een bijwerking?

Sommige onderzoekers zien het inderdaad eerder als een bijwerking. Zoals ketamine nu vooral wordt toegepast, is als een biologische behandeling. Dus: je geeft een geneesmiddel dat processen in het brein op gang brengt, wat maakt dat er minder klachten zijn. Maar wat ik vaak zie: als de ketamine aan het uitwerken is, gaan mensen toch reflecteren op de ketamine-ervaring zelf, en vaak hebben zij daarin elementen van hun traumageschiedenis beleefd. En mijn indruk is dat dat wel belangrijk is, in ieder geval bij PTSS.

MDMA behaalt indrukwekkende resultaten in de MAPS-studies – er is zelfs een breakthrough therapy status aan gegeven door de FDA. Wat maakt ketamine dan nog interessant voor jou als behandelaar en onderzoeker?

Ketamine wordt vooral bij depressie ingezet en zorgt ook bij heel hardnekkige vormen van depressie voor opvallende resultaten. Dat is echt heel bijzonder. MDMA is eigenlijk nog niet bij depressie ingezet maar vooral bij PTSS. Dus dat is een beetje appels met peren vergelijken in die zin.
Ik wil heel graag weten of de ketamine-behandeling langduriger werkt voor depressie als je de setting verandert en meer gaat werken vanuit het kader waarin MDMA wordt gegeven. Want dat is bij ketamine het geval: het verlicht de symptomen heel goed, maar dat effect is na een aantal weken vaak weer uitwerkt. Misschien dat je dat wel kan veranderen als je veel meer doet aan de set en setting en de psychotherapeutische follow-up. Momenteel is er beperkt onderzoek naar de effecten van ketamine op PTSS. Daar ben ik heel benieuwd naar: heeft ketamine vergelijkbare resultaten bij PTSS zoals we bij depressie zien? En wat voegt een specifieke set en setting toe? Als we wat beter zicht hebben op wat bij PTSS zou kunnen werken, dan willen we dat verder onderzoeken in een goed onderzoeksontwerp.

Waarin verschillen de kaders waarin met MDMA en ketamine wordt gewerkt het meest?

De MDMA wordt op een hele andere manier gegeven: in drie sessies van acht uur met twee therapeuten. De ruimte zelf wordt mooi aangekleed, zodat mensen niet het gevoel hebben dat ze in een ziekenhuis liggen. Er wordt veel psychotherapie gegeven voor en na elke sessie. Dat is echt een totaal andere manier van werken dan wat nu met ketamine gebeurt.
Ik denk dat het best zou kunnen dat ketamine net als andere psychedelica werkt en dat de ervaring zelf heilzaam kan zijn. Dat dit nog niet zo uit de verf is gekomen, ligt misschien toch aan de dosering die gebruikt wordt en aan de setting. Nu krijgen patiënten de ketamine echt in een ziekenhuissetting: ze liggen aan een infuus in een ziekenhuiskamer. Als je het vergelijkt met de MDMA-behandelingen voor PTSS, dan is er erg weinig tijd voor voorbereiding op en integratie van de andere bewustzijnsstaat. Ik denk dat als je ketamine op dezelfde manier zou inzetten als psilocybine of MDMA, dat het best zou kunnen dat je ongeveer dezelfde veelbelovende effecten ziet: een grote en blijvende afname in symptomen. Maar dat moet nog blijken.

Waarin verschilt het effect van ketamine met dat van MDMA, zoals je dat in patiënten waarneemt?

Met ketamine zijn mensen veel minder in staat om hun gedachten te ordenen en in gesprek te gaan. Dat maakt ketamine echt anders dan MDMA. De effecten treden ook veel sneller op en werken veel sneller weer uit. Bij MDMA zie je het effect langzaam opkomen en patiënten zijn juist heel goed in staat om hun gevoelens te beleven, te duiden en erover te vertellen – vaak beter dan in de normale bewustzijnsstaat. Bij MDMA gebeurt dat al tijdens de sessie zelf.

Ben je ooit bang geweest dat de stap naar psychedelisch onderzoek negatieve consequenties zou hebben voor je carrière?

Dat valt wel mee. De meeste collega’s en peers zijn echt geïnteresseerd. Mensen stellen soms wel gezond kritische vragen en dat is logisch. Maar ik heb niet het idee dat het een soort taboe is of dat het meteen van tafel geveegd wordt ofzo.
Toen ik zag dat er echt methodologisch goede studies zijn gedaan, heeft dat mij over de streep getrokken. Maar ik blijf ook kritisch. Ik ben redelijk onder de indruk van de psychedelica. Maar een wetenschappelijke houding, goed meten van de effecten en mogelijkheden goed in kaart brengen is voor mij de enige manier om goed met dit onderwerp om te gaan.

Welke uitdagingen kom je tegen als psychedelica-onderzoeker?

Het is heel lastig om aan te geven wat psychedelica nou precies doen. Dat onderzoek is ingewikkeld. We weten wel veel, maar wat nou precies de werkende elementen zijn… dat is nog steeds lastig te zeggen. Psychedelica doen veel op het niveau van neurotransmitters en hormonen en met fMRI kan je processen in het brein in kaart brengen die door psychedelica beïnvloed worden. Maar psychedelica geven ook hele krachtige subjectieve effecten. En het lijkt soms wel of dat twee parallelle werelden zijn. Want dat van die subjectieve effecten, dat zou meer passen binnen een psychotherapeutisch kader: je werkrelatie verdiept, er is meer ruimte voor reflectie en voor catharsis. Dat is heel psychotherapeutisch beschreven. Maar tegelijkertijd hebben psychedelica ook echt een heel krachtige biologische werking… en dan zit je weer in dat straatje van hoe we met medicijnen omgaan. Je licht iemand voor, je geeft een bepaalde dosis van een middel en vervolgens laat je dat middel als het ware zelf z’n werk doen.

Zoals dus nu bij ketamine gebeurt.

In het geval van ketamine zie je die parallelle werelden heel duidelijk. Het wordt heel biologisch benaderd door een aantal mensen. Er zijn ook mensen die zeggen dat je het juist psychotherapeutisch moet kaderen. Vervolgens moet je het ook hebben over wat nou de werkzame elementen zijn: of je bijvoorbeeld optimaal moet doseren op basis van een bepaalde bloedspiegel die bepaalde neurotransmitters in gang zet. Of dat je juist een subjectieve psychologische staat beoogt waarin je kan werken. Wie weet zijn die twee werelden ook wel nauw met elkaar verbonden… dat zijn echt dingen die uitgezocht moeten worden.
Dan heb je ook nog verschillende aandoeningen. We hadden het net al over PTSS en depressie. Daar is zeker overlap, maar het zijn wel echt andere stoornissen. En er zijn ook ideeën over de toepasbaarheid van psychedelica bij andere aandoeningen. Denk aan OCD, verslaving, persoonlijkheidsstoornissen… Er is zich echt een heel nieuw onderzoeksveld aan het openen. Heel interessant. Ik ben echt heel benieuwd waar we over tien jaar staan.

Om aan het MAPS MDMA-onderzoek mee te mogen werken, moest je eerst een speciale training ondergaan. Welke extra vaardigheden heb je daar geleerd?

Er werd sterk gehamerd op een hele open therapeutische houding, waarin je vooral het proces ondersteunt waar iemand zelf, onder invloed van MDMA, inkomt. Je doet zeker interventies, maar die zijn allemaal in dienst van het proces waar de patiënt in komt. Je werkt samen met de patiënt met wat er dan ook maar naar boven komt tijdens de sessie. In de gangbare traumatherapie ben je juist heel vaak erg sturend, in de zin van dat echt over de trauma’s zelf moet gaan en over de gevoelens die daar omheen hangen. Dat is echt een heel andere houding.
Pas je die open therapeutische houding ook toe als je patiënten met ketamine behandelt?
Ketaminebehandelingen zijn veel korter dan MDMA-sessies, waardoor ik dan toch geneigd ben om iets meer te sturen. En van wat ik tot nu toe bij ketamine zie, hebben mensen meer hulp nodig om te begrijpen wat er op dat moment gebeurt. Bij MDMA hebben mensen vaak een heel goed overzicht, maar bij ketamine zijn mensen meer los van wat ze normaal kennen. De ketamine-ervaring is meer vervreemdend, in die zin. Mensen hebben dan toch iets meer structuur van buiten nodig om daar mee om te gaan.

Als onderdeel van de MAPS-training tot MDMA-therapeut, onderging je zelf ook een MDMA-sessie – in een zelfde soort setting als je toekomstige patiënten.

Ja. Ik denk dat het echt van meerwaarde is dat als je met psychedelica werkt, je zelf ook weet wat die middelen met je doen. Want die veranderde bewustzijnsstaat is zo enorm uitgesproken, dat het wel heel moeilijk voor te stellen is hoe dat voor iemand is, als je het niet zelf hebt meegemaakt. Als iemand wil begeleiden in zo’n bewustzijnsstaat helpt het echt dat je een idee hebt wat iemand op dat moment doormaakt.
Voordat ik meedeed aan de MAPS-training had ik er eerlijk gezegd wel m’n twijfels bij. Ik dacht dat ik wel ongeveer zou weten hoe de ervaring met MDMA zou zijn. Maar nu ik het eenmaal zelf heb meegemaakt en de intensiteit en de diepgang van zo’n proces heb ervaren denk ik: dit is echt met niets te vergelijken. En dat is niet alleen mijn ervaring. Ik heb het ook aan anderen gevraagd die in dezelfde context een eigen ervaring opdeden met MDMA en bijna iedereen vindt het zelf ondergaan van een MDMA-sessie een meerwaarde.

Dus je pleit ervoor dat alle behandelaren die met deze middelen (gaan) werken in ieder geval een keer zelf ervaren wat het inhoudt?

ls het in het kader is van een psychedelics-assisted psychotherapy, dan wel. Als je met een patiënt in gesprek wil over zijn ervaringen, en zeker als je dit gesprek voert terwijl de patiënt onder invloed is, dan vind ik zéker dat eigen ervaring met deze middelen er toe doet. Als je psychedelica voorschrijft vanuit een meer biologisch kader (zoals bij ketamine) dan weet ik niet of het echt zoveel meerwaarde heeft.

What is the future of legal MDMA?

There has been a renaissance in the research of psychedelics, and much of it has been led by promising studies over the past two or three decades. Aside from the discussion of whether MDMA is a true ‘psychedelic’, it is clear that recent studies have created momentum to reconsider these substances as medication for severe mental health problems such as depression, anxiety or addiction.
MDMA’s application to trauma therapy has become one of the central priorities of psychedelic researchers. So what is the current state of knowledge and where do we stand in the regulatory process? According to MAPS-founder Rick Doblin, MDMA will be legal soon if the hard work continues. “I keep saying it’s going to be 2035”.
MDMA Treatment
Victims of war or sexual assault are prone to develop anxiety and avoidance behaviors as a result of these tragic experiences. Some of them may be diagnosed with Post-Traumatic Stress Disorder (PTSD), a condition characterized by severe feelings of fear and distress in response to trauma-related details. The increasing prevalence of PTSD is aggravated by the lack of treatment options.
Current trauma-focused psychotherapies, such as exposure and cognitive-behavioral therapy, have important problems of access for certain high-risk populations, as well as high dropout rates. In regard to efficacy, some reviews have found that up to 70% of patients retain their PTSD diagnosis after treatment.
The only two pharmaceuticals with FDA approval also seem to be inefficient for many. One third of all PTSD patients are estimated to be treatment-resistant. This diagnosis is given when several different treatments fail to improve symptoms.

MDMA trials have focused on this specific population because of strategic reasons. It is easier to get permission to test a new drug on patients for whom everything else has failed. Psilocybin trials have taken a similar approach by focusing on treatment-resistant depression or anxiety related to the end of life.
Current clinical research employs a hybrid treatment model that combines the administration of 75 to 125mg of MDMA with therapeutic support provided in preparation and integration sessions. During the drug sessions, therapists monitor the patient and adopt a non-directive approach that allows the person under the effects of MDMA to dive into the experience with minimal interruptions. This model of psychedelic-assisted psychotherapy entails a groundbreaking paradigm in psychiatry that goes beyond mere medications and talk therapy.
A long path
It has taken a while before these modern trials were set up. MDMA is an amphetamine derivative first synthesized by Merck Laboratories in 1912 and later rediscovered by chemist Sasha Shulgin in the 1970s. At the time, psycholytic therapy was being developed with LSD and psychiatrists saw a new potential tool for psychotherapy in MDMA and its empathogenic properties.
Unfortunately, the increasing popularity of “Ecstasy” in recreational contexts and the ensuing anti-drug propaganda soon led to the classification of MDMA as a Schedule 1 substance in 1986, which introduced immense obstacles to scientists investigating its medicinal application.
Ever since, the Multidisciplinary Association for Psychedelic Studies has been working for the approval of MDMA as a therapeutic treatment in mental health and to remove the immense barriers that were thrown up for the potential medication.
Although preliminary investigations by Charles Grob had successfully proved the safety of administration of MDMA to healthy subjects in the 1990s, the first MAPS-sponsored trial for PTSD conducted in Spain by José Carlos Bouso was shut down because of political pressure from the Spanish authorities.
Placebo challenges
So far, six phase-2 clinical trials have been completed, and despite the small samples and the methodological limitations, the results are very promising. The first randomized controlled trials with PTSD patients began to take place in the late 2000s, and resulted in a landmark paper from 2011 by Michael Mithoefer, Mark Wagner, Ann Mithoefer, Lisa Jerome, and Rick Doblin. It concluded that ‘the rate of clinical response was 10/12 (83%) in the active treatment group versus 2/8 (25%) in the placebo group’.
One year later, most of these patients for whom all other treatments had failed still showed a persistent and significant improvement. More importantly, the lack of serious adverse effects pointed at the safety of MDMA in a clinical context and paved the way for more trials.

Skeptics pointed at the methodological weaknesses of this first trial. They criticized the use of lactose as placebo and the difficulties to blind the effects of MDMA to patients and investigators, a common problem in psychedelic therapy trials. An attempt of replication in Switzerland by Peter Oehen which circumvented the blinding problem with an active placebo group (25mg MDMA) showed good results, but were not statistically significant.
Researchers suspected that differences in the work and style of the Swiss therapists might have been behind these suboptimal results, which raised the question of how to standardize the psychotherapeutic part of the treatment. In subsequent trials, MAPS developed an adherence rating system in order to ensure that therapists stick to the standard guidelines of their therapeutic model.
In 2018, Michael Mithoefer published the first dose-response study, which compared the efficacy of three different doses of MDMA: 30mg, 75mg and 125mg. The groups with middle and high doses showed significant remission of PTSD with respectively 86% and 58% of each group’s sample not meeting the diagnostic criteria anymore after treatment, improvements which persisted in the one year follow-up. Shortly after, a similar study by Marcela Ot’alora replicated the results with 76% of patients not meeting the diagnostic criteria for PTSD one year after the treatment.
A Path Towards Regulation
Given these promising results, the FDA accelerated the approval process of MDMA with the Breakthrough Therapy designation in 2017 and allowed the early compassionate use of MDMA-assisted psychotherapy for treatment-resistant patients in 2020.
Two ongoing multi-site phase-3 trials sponsored by MAPS are currently assessing the efficacy of MDMA in around 200 participants from the US, Canada and Israel. Recently, MAPS’ interim analysis of the first phase-3 trial suggested that their results will probably reach statistical significance, and if nothing goes wrong, MDMA could be approved for the treatment of PTSD by mid-2022.
In the meantime, more phase-2 trials are starting to take place in Europe for PTSD and other conditions such as alcoholism. With the first psychedelic substance on the verge of approval, many questions remain in the air:

All these questions will require years of additional research, which needs to be done by current and future doctors, researchers and policy makers. But the direction and ambition of all this research is clear: to turn the hard facts of well-researched trials into a regulatory model, so that MDMA will be a legal future medication to help many.

Comparative efficacy of racemic ketamine and esketamine for depression: A systematic review and meta-analysis

Abstract

Background: Ketamine appears to have a therapeutic role in certain mental disorders, most notably depression. However, the comparative performance of different formulations of ketamine is less clear.

Objectives: This study aimed to assess the comparative efficacy and tolerability of racemic and esketamine for the treatment of unipolar and bipolar major depression.

Design: Systematic review and meta-analysis.

Data sources: We searched PubMed, MEDLINE, Embase, PsycINFO, the Cochrane Central Register of Controlled Clinical Trials, and the Cochrane Database of Systematic Reviews for relevant studies published since database inception and December 17, 2019.

Study eligibility criteria: We considered randomized controlled trials examining racemic or esketamine for the treatment of unipolar or bipolar major depression.

Outcomes: Primary outcomes were response and remission from depression, change in depression severity, suicidality, retention in treatment, drop-outs, and drop-outs due to adverse events.

Analysis: Evidence from randomized controlled trials was synthesized as rate ratios (RRs) for treatment response, disorder remission, adverse events, and withdrawals and as standardized mean differences (SMDs) for change in symptoms, via random-effects meta-analyses.

Findings: 24 trials representing 1877 participants were pooled. Racemic ketamine relative to esketamine demonstrated greater overall response (RR = 3.01 vs. RR = 1.38) and remission rates (RR = 3.70 vs. RR = 1.47), as well as lower dropouts (RR = 0.76 vs. RR = 1.37).

Conclusions: Intravenous ketamine appears to be more efficacious than intranasal esketamine for the treatment of depression.

Bahji, A., Vazquez, G. H., & Zarate, C. A., Jr (2021). Comparative efficacy of racemic ketamine and esketamine for depression: A systematic review and meta-analysis. Journal of affective disorders, 278, 542–555. https://doi.org/10.1016/j.jad.2020.09.071

Link to full text

Efficacy of Psychoactive Drugs for the Treatment of Posttraumatic Stress Disorder: A Systematic Review of MDMA, Ketamine, LSD and Psilocybin

Abstract

The aim of this systematic review was to examine the efficacy of MDMA, ketamine, LSD, and psilocybin for the treatment of posttraumatic stress disorder (PTSD). A search of four databases for English language, peer-reviewed literature published from inception to 18th October 2019 yielded 2,959 records, 34 of which were screened on full-text. Observational studies and RCTs which tested the efficacy of MDMA, ketamine, LSD, or psilocybin for reducing PTSD symptoms in adults, and reported changes to PTSD diagnosis or symptomatology, were included. Nine trials (five ketamine and four MDMA) met inclusion criteria. Trials were rated on a quality and bias checklist and GRADE was used to rank the evidence. The evidence for ketamine as a stand-alone treatment for comorbid PTSD and depression was ranked “very low”, and the evidence for ketamine in combination with psychotherapy as a PTSD treatment was ranked “low”. The evidence for MDMA in combination with psychotherapy as a PTSD treatment was ranked “moderate”.

Varker, T., Watson, L., Gibson, K., Forbes, D., & O’Donnell, M. L. (2021). Efficacy of Psychoactive Drugs for the Treatment of Posttraumatic Stress Disorder: A Systematic Review of MDMA, Ketamine, LSD and Psilocybin. Journal of psychoactive drugs, 53(1), 85–95. https://doi.org/10.1080/02791072.2020.1817639

Link to full text

Beyond ecstasy: Alternative entactogens to 3,4-methylenedioxymethamphetamine with potential applications in psychotherapy

Abstract

The last two decades have seen a revival of interest in the entactogen 3,4-methylenedioxy-N-methylamphetamine (MDMA) as an adjunct to psychotherapy, particularly for the treatment of post-traumatic stress disorder. While clinical results are highly promising, and MDMA is expected to be approved as a treatment in the near future, it is currently the only compound in its class of action that is being actively investigated as a medicine. This lack of alternatives to MDMA may prove detrimental to patients who do not respond well to the particular mechanism of action of MDMA or whose treatment calls for a modification of MDMA’s effects. For instance, patients with existing cardiovascular conditions or with a prolonged history of stimulant drug use may not fit into the current model of MDMA-assisted psychotherapy, and could benefit from alternative drugs. This review examines the existing literature on a host of entactogenic drugs, which may prove to be useful alternatives in the future, paying particularly close attention to any neurotoxic risks, neuropharmacological mechanism of action and entactogenic commonalities with MDMA. The substances examined derive from the 1,3-benzodioxole, cathinone, benzofuran, aminoindane, indole and amphetamine classes. Several compounds from these classes are identified as potential alternatives to MDMA.

Oeri H. E. (2021). Beyond ecstasy: Alternative entactogens to 3,4-methylenedioxymethamphetamine with potential applications in psychotherapy. Journal of psychopharmacology (Oxford, England), 35(5), 512–536. https://doi.org/10.1177/0269881120920420

Link to full text

Positive effects of psychedelics on depression and wellbeing scores in individuals reporting an eating disorder

Abstract

Purpose: Psychedelic therapy is showing promise for a broad range of mental health conditions, indicative of a transdiagnostic action. While the efficacy of symptom-focused treatments for eating disorders (EDs) is limited, improved mental health and psychological wellbeing are thought to contribute to greater treatment outcomes. This study provides the first quantitative exploration of the psychological effects of psychedelics in those reporting an ED diagnosis.

Methods: Prospective, online data were collected from individuals planning to take a psychedelic drug. Twenty-eight participants reporting a lifetime ED diagnosis completed measures of depressive symptomology (Quick Inventory of Depressive Symptomology; QIDS-SR16) and psychological wellbeing (Warwick-Edinburgh Mental Wellbeing Scale; WEMWBS) 1-2 weeks before, and 2 weeks after a psychedelic experience. Twenty-seven of these participants also completed a measure of emotional breakthrough [Emotional Breakthrough Inventory (EBI)] in relation to the acute psychedelic experience.

Results: Bayesian t tests demonstrated overwhelming evidence for improvements in depression and wellbeing scores following the psychedelic experience. Marginal evidence was also found for a correlation between emotional breakthrough and the relevant mental health improvements.

Conclusion: These findings provide supportive evidence for positive psychological aftereffects of a psychedelic experience that are relevant to the treatment of EDs. It is hoped that this will encourage further research and will bolster initiatives to directly examine the safety and efficacy of psychedelic assisted therapy as a treatment of EDs in future clinical trials.

Level of evidence: Level III, cohort study.

Spriggs, M. J., Kettner, H., & Carhart-Harris, R. L. (2021). Positive effects of psychedelics on depression and wellbeing scores in individuals reporting an eating disorder. Eating and weight disorders : EWD, 26(4), 1265–1270. https://doi.org/10.1007/s40519-020-01000-8

Link to full text

Total Recall: Lateral Habenula and Psychedelics in the Study of Depression and Comorbid Brain Disorders

Abstract

Depression impacts the lives and daily activities of millions globally. Research into the neurobiology of lateral habenula circuitry and the use of psychedelics for treating depressive states has emerged in the last decade as new directions to devise interventional strategies and therapies. Several clinical trials using deep brain stimulation of the habenula, or using ketamine, and psychedelics that target the serotonergic system such as psilocybin are also underway. The promising early results in these fields require cautious optimism as further evidence from experiments conducted in animal systems in ecologically relevant settings, and a larger number of human studies with improved spatiotemporal neuroimaging, accumulates. Designing optimal methods of intervention will also be aided by an improvement in our understanding of the common genetic and molecular factors underlying disorders comorbid with depression, as well as the characterization of psychedelic-induced changes at a molecular level. Advances in the use of cerebral organoids offers a new approach for rapid progress towards these goals. Here, we review developments in these fast-moving areas of research and discuss potential future directions.

Vitkauskas, M., & Mathuru, A. S. (2020). Total Recall: Lateral Habenula and Psychedelics in the Study of Depression and Comorbid Brain Disorders. International journal of molecular sciences, 21(18), 6525. https://doi.org/10.3390/ijms21186525

Link to full text

Psilocybin as a New Approach to Treat Depression and Anxiety in the Context of Life-Threatening Diseases-A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials

Abstract

Psilocybin is a naturally occurring tryptamine known for its psychedelic properties. Recent research indicates that psilocybin may constitute a valid approach to treat depression and anxiety associated to life-threatening diseases. The aim of this work was to perform a systematic review with meta-analysis of clinical trials to assess the therapeutic effects and safety of psilocybin on those medical conditions. The Beck Depression Inventory (BDI) was used to measure the effects in depression and the State-Trait Anxiety Inventory (STAI) was used to measure the effects in anxiety. For BDI, 11 effect sizes were considered (92 patients) and the intervention group was significantly favored (WMD = -4.589; 95% CI = -4.207 to -0.971; p-value = 0.002). For STAI-Trait, 11 effect sizes were considered (92 patients), being the intervention group significantly favored when compared to the control group (WMD = -5.906; 95% CI = -7.852 to -3.960; p-value ˂ 0.001). For STAI-State, 9 effect sizes were considered (41 patients) and the intervention group was significantly favored (WMD = -6.032; 95% CI = -8.900 to -3.164; p-value ˂ 0.001). The obtained results are promising and emphasize the importance of psilocybin translational research in the management of symptoms of depression and anxiety, since the compound may be effective in reducing symptoms of depression and anxiety in conditions that are either resistant to conventional pharmacotherapy or for which pharmacologic treatment is not yet approved. Moreover, it may be also relevant for first-line treatment, given its safety.

Vargas, A. S., Luís, Â., Barroso, M., Gallardo, E., & Pereira, L. (2020). Psilocybin as a New Approach to Treat Depression and Anxiety in the Context of Life-Threatening Diseases-A Systematic Review and Meta-Analysis of Clinical Trials. Biomedicines, 8(9), 331. https://doi.org/10.3390/biomedicines8090331

Link to full text

The Antidepressant Effect of Ketamine Is Dampened by Concomitant Benzodiazepine Medication

Abstract

The rapid antidepressant effect of ketamine has become a breakthrough in the research and treatment of depression. Although predictive and modulating factors of the response to ketamine are broadly studied, little is known about optimal concurrent medication protocols. Concerning gamma-aminobutyric acid neurotransmission being a shared target for both ketamine and benzodiazepines (BZD), we evaluated the influence of BZD on the antidepressant effect of a single ketamine infusion in depressed patients. Data from 47 patients (27 females) with major depression (MADRS ≥ 20, ≥ 1 prior nonresponse to antidepressant treatment in current episode) who participated in two previous studies (EudraCT Number: 2009-010625-39 and 2013-000952-17) entered the analysis. All of the subjects were given an infusion of a subanesthetic dose of racemic ketamine (0.54 mg per kg) as an add-on medication to ongoing antidepressant treatment. Thirteen patients (28%) reached ≥ 50% reduction in MADRS within one week after ketamine administration. Nineteen (40%) patients took concomitant benzodiazepines on a daily basis. The doses of BZDs were significantly higher in nonresponders (p=0.007). ROC analysis distinguished responders from nonresponders by a criterion of >8mg of diazepam equivalent dose (DZ equivalent) with a sensitivity of 80% and a specificity of 85% (p<0.001). RM-ANOVA revealed a different time pattern of response to ketamine between the BZD+ (>8mg of DZ equivalent) and BZD- (≤8mg of DZ equivalent) groups, with a significantly worse outcome in BZD+ on day 3 (p=0.04) and day 7 (p=0.02). The results of the study indicate that concomitant benzodiazepine treatment in higher doses may attenuate ketamine’s antidepressant effect. The pathophysiological, clinical and methodological implications of this finding should be considered in future research and ketamine treatment.

Andrashko, V., Novak, T., Brunovsky, M., Klirova, M., Sos, P., & Horacek, J. (2020). The Antidepressant Effect of Ketamine Is Dampened by Concomitant Benzodiazepine Medication. Frontiers in psychiatry, 11, 844. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2020.00844

Link to full text

interested in becoming a trained psychedelic-assisted therapist?

Management of Psychedelic-Related Complications - Online Event - Nov 20th