Entheogens, Society & Law: Towards a Politics of Consciousness, Autonomy & Responsibility by Daniel Waterman, edited by Casey William Hardison, Melrose Books, 2013.
Psychoactieve middelen zijn sterk verstrengeld met de samenleving. Ze veroorzaken uiterst subjectieve effecten, en zijn tegelijk zeer politiek geladen. Daarnaast bepaalt de culturele en maatschappelijke context grotendeels ook de inhoud en interpretatie van de psychedelische ervaring. ‘Entheogens, Society & Law’, geschreven door Daniel Waterman, handelt over deze wisselwerking. In zijn boek bespreekt Waterman de verwevenheid van bewustzijn en ethiek, en voert hij aan dat een herziening van wettelijke keuzes nodig is om te komen tot een geschiktere manier om met deze middelen om te gaan. Het is een boek met een brede kijk over een hele waaier aan onderwerpen.
Na een korte persoonlijke inleiding toont Waterman hoe de manier waarop we over psychoactieve stoffen praten niet enkel de ervaring ermee beïnvloedt, maar ook de interpretatie en de al dan niet gunstige afloop hiervan. Op dezelfde manier stelt hij dat wetgeving dergelijke overtuigingen die we aanhouden over psychoactieve middelen vormgeeft, en dat dit dan weer het beeld bepaalt dat we van die middelen en ook van onszelf hebben.
Het tweede hoofdstuk weidt uit over de verschillende concepten die doorheen de geschiedenis over psychoactieve stoffen werden gevormd, en over de uitkomsten van deze conceptvormingen. Drugs en druggebruikers hebben vele gezichten, en Waterman brengt een zorgvuldige analyse van al de verschillende rollen die ze in de samenleving invullen, zowel positieve als negatieve. Hij toont de complexiteit van deze concepten, en de vele verschillende mogelijke interpretaties ervan. Een dergelijke analyse draagt bij tot een beter inzicht in psychedelica en in de psychedelische ervaring, en werd voordien nergens anders zo uitgebreid gepubliceerd.
In het derde hoofdstuk vinden we een omvangrijk stuk over het werk van Prof. Jan Bastiaans, een Nederlandse psychiater die mensen die leden aan wat toen werd aangeduid als het ‘concentratiekampsyndroom’ behandelde met LSD. Dit concentratiekampsyndroom zou later worden ingedeeld in de recentere categorie PTSS (posttraumatisch stresssyndroom). Bastiaans werd opgeleid in de klassieke psychoanalyse, en paste deze technieken later toe in de context van psychedelische therapie. Aan het einde van de jaren 1980 kwam Bastiaans onder vuur te liggen omdat hij geen degelijk archief had aangelegd, wat een evaluatie van de doeltreffendheid van zijn behandeling onmogelijk maakte. Hoewel dit gedeelte in belangrijke mate gebaseerd is op het werk van Stephen Snelders en op de biografie door Bram Enning, biedt dit boek als een van de eerste in het Engels een uitgebreid overzicht van het werk van Bastiaans, en is het een welkome toevoeging aan de historische studie van psychedelisch onderzoek.
In het volgende deel handelt het boek over de transpersonele psychologie van Stanislav Grof. Ondanks het feit dat Grof op dit gebied een topfiguur is, wordt hij zelden vergeleken met zijn voorgangers, zoals Sigmund Freud en zijn erfgenamen Carl Jung, Otto Rank en Wilhelm Reich, of met tijdgenoten zoals Abraham Maslow. Deze vergelijking plaatst Grof in een afstammingslijn van psychoanalysten, en hierdoor zien we hoe hij van deze traditie leerde, maar ook hoe hij ze uitbreidde door intensief met LSD te werken, zowel in de Tsjechische Republiek als in de VS.
In zijn laatste hoofdstuk toont de auteur hoe de transpersonele ervaring centraal staat in een waaier aan religies, en betoogt hij dat deze ervaringen mensen in staat stellen te integreren op persoonlijk en sociaal vlak. In die zin, voert Waterman aan, vormen zij een toonbeeld van ethiek, omdat ze van ons vereisen dat we in brede zin verantwoordelijkheid nemen voor onze daden. Omgekeerd belet het verbieden van zulke ervaringen (of althans van sommige manieren om ze te veroorzaken) mensen om bewuster, en bijgevolg mededogender en aardiger te worden.
Het boek is niet neutraal, en pretendeert dit ook niet te zijn. Zowel de auteur als de uitgever zijn uitgesproken voorstanders van cognitieve vrijheid en vrijheid van bewustzijnsverruiming. Toch zijn hun beweringen ondersteund door relevant onderzoek, en vindt hun politieke stellingname haar wortels in een sterke traditie van wetenschappelijk onderzoek en filosofisch denken, hoewel conservatieven ze als radicaal zouden kunnen bestempelen.
Het boek heeft wel zijn gebreken, waarvan het belangrijkste is dat het vaak onduidelijk is waar de argumentatie de lezer naartoe wil brengen. Omdat vele onderwerpen uitgebreid worden behandeld verliest men gemakkelijk de draad van de redenering. Een verdere uitwerking van de manier waarop uitweidingen passen binnen het algemene betoog zou er een strakker boek van hebben gemaakt. In deze vorm lijken de onderwerpen, hoe boeiend ook op zichzelf, vaak los te staan van elkaar. Bijgevolg moet de lezer zelf de samenhang van het betoog zien op te bouwen, wat het lezen van het boek soms veeleisend maakt, en een stevige concentratie van de lezer vereist.
Een ander gebrek is dat sommige ideeën zowel in de voetnoten als in de hoofdtekst worden uitgelegd. Deze overbodige herhalingen, alsook sommige fouten en slordigheden in de voetnoten, ontsieren een tekst die overigens degelijk geannoteerd is. Deze beide punten hadden tijdens de redactionele bewerking opgelost moeten worden.
Er zijn echter parels genoeg te vinden in het geheel. Dit boek verruimt de blik ver voorbij de grenzen van wat gewoonlijk te vinden is in de literatuur over psychedelica. De auteur behandelt vele vraagstukken die meestal onaangeroerd blijven, en slaagt er ondanks alles in om het geheel aaneen te rijgen. Dit is een boek voor mensen die geïnteresseerd zijn in de wisselwerking tussen onze manier van denken over gewijzigde bewustzijnstoestanden en de middelen die deze veroorzaken, en in de invloed daarvan op de ervaring en de manier waarop deze terugkoppelingen bepalen hoe we als samenleving omgaan met deze stoffen.
Koop dit boek via bookdepository.com en steun daarmee Stichting OPEN.