Op maandag 6 maart 2023 is het rapport ‘Signalement therapeutische toepassingen van psychedelica’ aangeboden aan minister Ernst Kuipers van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Joost Breeksema, directeur van Stichting OPEN en co-auteur van het rapport, was een van de organisatoren van dit bezoek aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het rapport bespreekt de huidige stand van zaken omtrent therapeutische toepassingen van psychedelica en gaat in op de kansen, uitdagingen en aanbevelingen rond het onderzoek naar en de implementatie van psychedelica-ondersteunde therapie in de gezondheidszorg.
In Nederland zijn er naar schatting 200.000 mensen die, ondanks standaardbehandelingen binnen de Geestelijke Gezondheidszorg, ernstige psychische klachten zoals een therapieresistente depressie en posttraumatische stressstoornis blijven houden. Eind vorig jaar liet minister Kuipers zich in een brief aan de Tweede Kamer al positief uit over de mogelijke inzet van psychedelica bij deze groep patiënten. In het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG werd Kuipers bijgepraat over de huidige stand van zaken en ging hij in gesprek met onderzoekers, therapeuten en patiënten. Net als vorig jaar laat Kuipers zijn enthousiasme blijken over de mogelijkheden van het therapeutisch gebruik van psychedelica.
Het rapport ‘Signalement therapeutische toepassingen van pyschedelica’ werd tijdens een mini-symposium overhandigd door algemeen directrice van ZonMw, Véronique Timmerhuis. ZonMW is de Nederlandse organisatie die wetenschappelijk onderzoek gericht op gezondheidszorg en zorginnovatie financiert. Het rapport is geschreven door hoogleraar psychiatrie Robert Schoevers, onderzoeker en OPEN directeur Joost Breeksema en neurowetenschapper Rutger Boesjes, in opdracht van ZonMw.
Het rapport beschrijft de huidige stand van zaken rondom de therapeutische toepassing van psychedelica, waaronder de doelgroepen die mogelijk in aanmerking komen voor een dergelijke behandeling, maar ook de verschillende aandachtspunten, kansen en belemmeringen op het gebied van onderzoek en de uiteindelijke implementatie. Daarnaast worden er oplossingsrichtingen aangedragen, waaronder een samenhangend, landelijk onderzoeksprogramma welke een snelle, efficiënte en gecoördineerde kennisontwikkeling faciliteert. Tot slot wordt ingegaan op het vormgeven van geaccrediteerde opleidingsinstituten om de kwaliteit van deze nieuwe behandelmethoden te waarborgen.
Joost Breeksema zegt na het mini-symposium dat het “veelbelovend is om te zien dat er zoveel serieuze interesse is: vanuit ZonMw, vanuit de politiek en vanuit de top van het ministerie van VWS.” Ook Erwin Krediet, voorzitter van Stichting OPEN, was aanwezig en vond het evenement “een absolute mijlpaal.” Krediet voegde daarnaast toe dat het “indrukwekkend is om te zien hoe snel de perceptie rondom psychedelica aan het veranderen is – ook door politici en medewerkers van het ministerie wordt er over psychedelica gesproken op een manier die suggereert dat er nog maar weinig stigma lijkt te rusten op het therapeutisch gebruik van dit soort middelen.”
Breeksema sprak tijdens het mini-symposium ook zelf het publiek toe. Hij geeft aan dat er in de 16 jaar sinds de oprichting van Stichting OPEN, in 2007, ontzettend veel is veranderd: “De aandacht voor psychedelica is overwegend positief. Niet alleen onder wetenschappers, psychologen en psychiaters, maar ook in de media. Deze berichtgeving bereikt veel patiënten die kampen met een ernstige psychiatrische aandoening. Er is echter zelden plek voor deze mensen, afgezien van een enkele plek in een klinisch onderzoeksprogramma. Deze ontwikkeling vergroot het risico dat mensen buiten de reguliere zorg om zelf met psychedelica gaan experimenteren. Dit vergroot de kans op incidenten.”
Het veld maakt in de laatste twee jaar een stormachtige ontwikkeling door, met bijvoorbeeld tientallen miljoenen aan investeringen en verschillende onderzoeken die gestuurd worden door de farmaceutische industrie. Verschillende typen psychedelica maken kans om in de komende jaren geregistreerd te worden als erkend medicijn. Een belangrijk aandachtspunt is dat ook wordt ingezet op het ontwikkelen van de nodige expertise en personeel om deze middelen op professionele wijze toe te dienen en passende nazorg aan te bieden.
Breeksema: “Het zou zeer waardevol zijn wanneer Nederland op dit gebied het voortouw neemt en laat zien hoe nauwe samenwerking met alle belanghebbenden kan leiden tot veilige en zorgvuldige implementatie van psychedelica-ondersteunde therapie in de bestaande gezondheidszorg. Ondanks de vele positieve ontwikkelingen dienen we kritisch te blijven wat betreft het therapeutisch gebruik van psychedelica. Deze middelen zijn in staat om zeer confronterende ervaringen op te wekken die pijnlijk en ingewikkeld kunnen zijn. Er is dan ook professionele begeleiding nodig om dat proces goed te begeleiden.”
Al met al is de boodschap volgens Breeksema aangekomen bij minister Kuipers, zeker wat betreft de noodzaak voor meer en grootschaliger onderzoek. Kuipers benadrukt dat hij het belang ziet van een programmatische aanpak – met alleen maar losse, kleinschalige studies duurt het uiteindelijk veel te lang voordat behandelingen bij de patiënten belanden. Breeksema is het hier mee eens: “Dit benadrukken wij specifiek in het signalement.”
Na afloop van het mini-symposium was er ruimte voor een privé sessie met een aantal patiënten, therapeuten en minister Kuipers. Breeksema: “Ik ben heel blij dat minister Kuipers en Tweede Kamerlid Wieke Paulusma de tijd namen om met patiënten en behandelaren te spreken over hun ervaringen met psychedelica. Die sessies zijn niet altijd makkelijk en ik denk dat we goed hebben kunnen laten zien hoe belangrijk het is om patiënten serieus te nemen en dat goede begeleiding door zorgprofessionals, en dus ook training, essentiële voorwaarden zijn voor het slagen van deze behandelingen.”