Therapy with Substance: Psycholytic psychotherapy in the twenty first century door Dr Friederike Meckel Fischer, Muswell Hill Press, 2015.
Daar waar psychotherapie en psychedelica overlappen, zijn er twee belangrijke scholen: die van de psychedelische therapie, die in de VS het meest populair is en probeert om mensen middels een zeer beperkt aantal sessies en hoge dosissen een complete mystieke ervaring te geven. Op deze manier wordt er geprobeerd om mensen te helpen hun problemen op te lossen of hen een bepaalde staat van bewustzijn te doen bereiken die ervoor zorgt dat hun leven positief verandert. De therapeut blijft doorgaans stil tijdens de psychedelische sessies en laat gebeuren wat zich aandient. Bij psycholytische therapie, aan de andere kant, zijn er over het algemeen meer sessies, hanteert men lagere doseringen van een psychedelische substantie, en probeert men om de oorzaken van de problemen in iemands leven naar boven te brengen. Door hierop in te gaan en erover te praten tijdens de ervaring ontstaat er inzicht en worden de problemen opgelost. Deze benadering was voornamelijk populair in Europa en vindt vandaag de dag nog op onofficiële wijze plaats.
Dr. Meckel Fischer is een arts die veel verschillende manieren van genezing heeft onderzocht, onder andere Holotropic Breathwork met Stanislav Grof en psycholytische therapie met de Zwitserse medische vereniging voor psycholytische therapie (SAEPT) onder begeleiding van Samuel Widmer. Ze beoefende een tijdlang psycholytische therapie (wat op dat moment illegaal was geworden), totdat een van haar cliënten haar aangaf bij de politie. Ze moest in Zwitserland voor de rechtbank verschijnen en werd veroordeeld. Dit maakte het voor haar mogelijk om haar ervaringen te beschrijven zonder angst om opnieuw te worden veroordeeld. Het resultaat is een boek met een fascinerend persoonlijk verhaal over de manier waarop ze zelf heeft geleerd van psycholytische therapie en over de inzichten die ze heeft verworven tijdens haar vele jaren ervaring met het behandelen van mensen.
De eerste drie hoofdstukken gaan over Dr. Meckel Fischer’s persoonlijke weg naar genezing en inzicht door verschillende soorten therapie na een diepe crisis in een van haar relaties. Ze begon met reguliere cognitieve therapie, maar ruilde die snel in voor dieptepsychologie en vervolgens voor transpersoonlijke psychotherapie met de hulp van holotropisch ademwerk onder begeleiding van Grof. Op een gegeven moment wees Grof haar in de richting van therapie met psychedelische stoffen en volgde ze deze. Naar buiten toe stelde ze dat ze het slechts om professionele redenen deed, terwijl ze er op het zelfde moment achter kwam dat het ook voor haar persoonlijk erg behulpzaam was.
De auteur gaat verder met een korte beschrijving van wat psychotherapie volgens haar betekent. Ze benadrukt dat er een motivatie moet zijn om te veranderen, maar dat deze verandering alleen kan worden geïnitieerd als het onbewuste materiaal naar de oppervlakte wordt gelaten. Effectieve therapie en duurzame verandering kunnen alleen plaatsvinden als de kern van het probleem wordt aangeboord, wat betekent dat de onbewuste en voorbewuste oorzaken, die zich bevinden in de transpersoonlijke en perinatale domeinen die Grof benadrukt, worden toegelaten tot het bewustzijn om geïntegreerd te worden. Meckel Fischer denkt dat traditionele psychotherapie niet op dit niveau werkt en daardoor slechts zelden effectief is in de behandeling van diepere problemen.
Vervolgens beschrijft ze de verschillende stoffen die in de psycholytische therapie worden gebruikt, en laat ze zien hoe die allemaal zowel unieke als universele eigenschappen hebben. Ze erkent dat mensen kunnen en moeten leren werken met deze stoffen en dat de eerste sessies richting en doelmatigheid kunnen missen. Met de tijd en ervaring krijgen de sessies meer focus en leren mensen hoe ze meer doelbewust toegang kunnen krijgen tot hun onbewuste. Meckel Fischer is van mening dat iedere gids in een psycholytische therapeutische sessie de stof samen met de patiënt zou moeten nemen, omdat dit hem helpt om te voelen wat er omgaat in de deelnemer: “Een berggids kan een wandelaar niet leiden door een gebied dat hij niet persoonlijk heeft verkend”. Ze heeft overtuigende argumenten voor deze manier van denken, die vanuit een westers medisch perspectief controversieel kunnen overkomen.
Meckel Fischer beschrijft een aantal hulpmiddelen die de gids kunnen helpen tijdens de psycholytische therapie. Deze middelen zijn vrij specifiek voor haar, omdat ze geënt zijn op haar professionele ervaring en achtergrond, maar ze kunnen tot op zekere hoogte worden gegeneraliseerd. Eronder vallen: de therapeut, de stof, gezinswerk, live-body-work, de groep en muziek. Al deze aspecten beïnvloeden de ervaring en sommige ervan kunnen worden gebruikt om een intern proces bij de patiënt op gang te trekken of te verdiepen. Deze middelen worden ingezet tijdens de hele duur van de sessie. De reeks sessies beweegt een persoon door verschillende fases: van beginner tot gevorderde, van het begin van de weg naar zelfherkenning tot het kennen van de weg en de mogelijkheid vinden om zelf verder te gaan.
Verder laat ze ook de verschillende stappen zien die worden gevolgd om het diepe onbewuste materiaal te integreren, vanaf het therapeutische kernprobleem, door de psychosomatiek, epigenetische en perinatale ervaringen, tot aan de spirituele ervaringen. Meckel Fischer geeft veel voorbeelden en laat zien hoezeer de verhalen van de mensen die ze heeft begeleid passen binnen de stappen die ze opsomt. Het lijkt een universeel proces te zijn dat lijkt op de heldenreis, die werd gepopulariseerd door Joseph Campbell.
De auteur eindigt met een discussie over de gevaren en bijwerkingen van de psychoactieve stoffen in de psycholytische therapie. Een van de meest belangrijke gevaren is natuurlijk de illegaliteit, ook al gelooft ze dat dit onder bepaalde omstandigheden de deelnemers kan helpen om verantwoordelijkheid te nemen in het proces waar ze aan deelnemen. Kort brengt ze het psycholytisch therapeutisch proces in verband met sjamanisme, genezing en spiritualiteit, maar gaat niet echt diep in op deze ideeën. In de conclusie geeft ze hints naar wat er voorbij de psycholytische therapie ligt: iets wat geen therapie meer is, maar wat ons wereldbeeld heelt en ons meer integreert in onze omgeving en onze manier van kijken holistischer maakt.
Soms wordt de indruk gewekt dat de auteur al te gemakkelijk claimt dat haar persoonlijke ervaringen met bepaalde stoffen universeel zijn; dit is in het bijzonder te merken in de beschrijving van de effecten van de verschillende stoffen. In andere gevallen erkent ze dat haar ervaring haar eigen is, maar over het algemeen is de toon van de eerste voorbeelden zo dat het lijkt alsof ze het toch anders ziet. Meckel Fischer heeft het over een enkele manier waarop psycholytische therapie geconceptualiseerd en bedreven kan worden, en lijkt niet in te zien dat andere methodes mogelijk zijn. Toch klinkt de wijsheid in het boek oprecht. Er zijn kleine pareltjes van wijsheid waarvan men realiseert dat er een diepere waarheid achter schuilt, zoals: “De intentie zoals deze wordt geuit op de avond voor de sessie is de eerste stap in het proces van integratie”. Andere lijken tegengesteld aan het idee dat een enkele sessie genoeg zou zijn: “De vaardigheid om ‘onder invloed’ te zijn, en te leren om in die toestand het innerlijke zelf op geconcentreerde en gedisciplineerde wijze gade te slaan, neemt toe naarmate men oefent.”
Al met al biedt het boek een boeiende kijk op een veelbelovende manier waarop psychedelica gebruikt kunnen worden. Deze benadering zou vrij gemakkelijk in onze maatschappij kunnen worden geïntegreerd, omdat ze ingebouwde mechanismen bevat die de risico’s minimaliseren en de positieve resultaten optimaliseren, en bovendien medisch en psychologisch toezicht inhoudt. Het is een actueel boek, dat kan helpen om het vak van psycholytische therapie te institutionaliseren in iets wat geleerd, beoefend en aan anderen kan worden onderwezen door ervaring. Meckel Fischer pleit er ook overtuigend voor dat ervaren beoefenaars nieuwelingen zouden helpen. Ook worden stoornissen op een meer integrale en holistische wijze bekeken, wat laat zien dat niemand compleet mentaal gezond of gestoord is, maar dat iedereen baat kan hebben bij diepgaande therapie. Het is een boek voor al wie geïnteresseerd is in het doen van serieus therapeutisch werk met psychedelica, ofwel alleen, of – wanneer de juridische restricties worden opgeheven – in de vorm van individuele of groepstherapie.
Koop dit boek via bookdepository.com en steun daarmee stichting OPEN