Eerder berichtten we over het eerste onderzoek naar LSD met menselijke proefpersonen sinds meer dan veertig jaar, dat in Zwitserland werd uitgevoerd door Peter Gasser en zijn team. Een vervolgstudie op dit onderzoek [1], gebaseerd op kwalitatieve interviews met deelnemers, wijst op duurzame positieve resultaten van de behandeling.
De oorspronkelijke – dubbelblinde en placebogecontroleerde – studie werd uitgevoerd op een onderzoeksgroep van twaalf proefpersonen, waarvan er uiteindelijk negen de volledige studie doorliepen, inclusief het opvolgingsgesprek na twaalf maanden. De deelnemers, die allen terminaal ziek waren, ondergingen zes tot acht psychotherapeutische sessies zonder drug, en twee LSD-ervaringen waarin ze werden begeleid door twee cotherapeuten. De vier proefpersonen aan wie aanvankelijk de actieve placebo van 20µg LSD toegediend werd, kregen aan het einde van het onderzoek de mogelijkheid om twee LSD-sessies met experimentele doses van 200µg te ondergaan. Drie onder hen maakten gebruik van deze optie, en namen alsnog deel aan de kwalitatieve interviews.
Alle deelnemers hadden blijk gegeven van aanzienlijke gevoelens van angst en/of depressie in verband met hun levensbedreigende ziekte. Allen gaven te kennen dat ze belangrijke positieve effecten van de therapie ondervonden op lange termijn, onder andere een verminderde ongerustheid, minder angst voor de dood, en een verbeterde levenskwaliteit. Een bijkomstig gunstig resultaat van de behandeling was het feit dat de meesten ook van positieve veranderingen in hun persoonlijkheid gewaar werden, wat een subjectieve bevestiging zou kunnen zijn van de kwantitatieve metingen van angst als persoonskenmerk (‘trait anxiety’, te vergelijken met ‘state anxiety’, angst als gemoedstoestand) die werden gerapporteerd. Deze metingen voor angst als persoonskenmerk zakten significant na de LSD-sessies, en bleven laag bij het vervolgonderzoek na twaalf maanden [2].
In hun subjectieve beschouwing van de LSD-sessies beschreven de patiënten een betere toegang tot hun emoties te hebben en tot gevoelens van catharsis. In verband met hun korte levensprognose meldden ze dat ze dankzij LSD hun emoties intenser konden aanvoelen en gemakkelijker konden uitdrukken. De interviews suggereren dat de patiënten voordeel haalden uit deze intense emotionele ervaring. LSD stelde hen ook in staat om zichzelf en hun moeilijke situatie in een nieuw en breder perspectief te zien. “Sterven is even gewoon of ongewoon als het leven zelf,” zei een patiënt. “Ik moet alleen even wennen aan het idee en het proces.” De patiënten meldden ook drastische veranderingen in hun emoties tijdens of tussen de twee sessies. Dit begon meestal met ‘negatieve’ gevoelens in verband met hun levenssituatie, zoals angst, depressie en wanhoop. Deze negatief beleefde emotionele toestand veranderde naar een positieve staat die werd beleefd met een voordien ongekende intensiteit, en die minstens tot een jaar na de sessies voortduurde. Ondanks het feit dat de deelnemers lichamelijk zwaar ziek waren ondervond geen enkele onder hen negatieve gevolgen van de psychedelische sessies.
Een ander interessant aspect is de gekozen methode. Twee verschillende benaderingen zijn voortgekomen uit de eerste onderzoeksgolf met LSD in de jaren 1950-1970. Bij psycholytische therapie, die vooral in Europa werd gebruikt, ondergingen patiënten een groot aantal op psychoanalytische principes gebaseerde psychotherapeutische sessies, met lage tot middelhoge doses LSD (50-100 µg). De psychedelische benadering daarentegen beoogde het veroorzaken van mystieke- of piekervaringen bij patiënten door hen hoge doses (200-500 µg) toe te dienen in een beperkt aantal sessies. Deze laatste methode werd meer in de VS gebruikt en is totnogtoe de enige die werd gebruikt in het behandelen van angst bij terminale patiënten.
In de Zwitserse studie sloot de gekozen methode nauw aan bij deze psychedelische benadering, maar met een relatief lage dosering. Het kader was ook ietwat losser dan in de traditionele psychedelische benadering, waar de proefpersoon bijna de hele tijd een oogscherm ophield en met een koptelefoon naar muziek luisterde. De ervaringen die de deelnemers aan deze studie op die manier beleefden kunnen beschreven worden als piekervaringen, maar voldoen niet aan de criteria voor volledige mystieke ervaringen. Deze twee soorten ervaringen zijn zeer gelijkaardig. Bij piekervaringen vervagen de grenzen van het ‘ik’, maar lossen ze niet helemaal op zoals bij mystieke ervaringen. Het intellectueel vermogen is ook minder aangetast, waardoor er meer interactie tussen patiënt en therapeuten mogelijk is dan in de traditionele psychedelische benadering. Het lijkt erop dat zulke piekervaringen hierbij het belangrijkste psychologische werkingsmechanisme zijn, en dat ze veel belangrijker zijn dan de cognitieve en psychodynamische ervaringen die ook veel voorkomen bij het toedienen van LSD.
De benadering die bij deze Zwitserse studie gehanteerd werd levert duidelijk voordelen op, onder andere het feit dat ze de resultaten voor alle deelnemers lijkt te normaliseren. In vorige studies met psychedelica voor het behandelen van angst bij terminale patiënten, die tijdens de eerste onderzoeksgolf werden uitgevoerd, was het typische resultaat een drastische verbetering bij ongeveer een derde van de proefpersonen, een gematigde verbetering bij een ander derde, en geen enkele significante verandering bij het overige derde [3]. Opmerkelijk genoeg ondervond in deze studie elke patiënt een significante verbetering, al werd die door niemand als ‘drastisch’ ervaren. Dit resultaat maakt verdere studie zeker wenselijk, vooral wat betreft de ontwikkeling van verschillende therapeutische benaderingen in het kader van psychedelische therapie.
[1] Gasser, P., Kirchner, K., & Passie, T. (2014).
[2] Gasser, P., Holstein, D., Michel, Y., Doblin, R., Yazar-Klosinski, B., Passie, T., & Brenneisen, R. (2014).
[3] Kurland, A.A. (1985).
Referenties
Gasser, P., Kirchner, K. & Passie, T. (2014). LSD-assisted psychotherapy for anxiety associated with a life-threatening disease: A qualitative study of acute and sustained subjective effects. Journal of Psychopharmacology, 29(1), 57-68. [Abstract]
Gasser, P., Holstein, D., Michel, Y., Doblin, R., Yazar-Klosinski, B., Passie, T., & Brenneisen, R. (2014). Safety and Efficacy of Lysergic Acid Diethylamide-Assisted Psychotherapy for Anxiety Associated With Life-threatening Diseases. The Journal of Nervous and Mental Disease, 202(7), 513–520. [Abstract]
Kurland, A.A. (1985). LSD in the supportive care of the terminally ill cancer patient. Journal of Psychoactive Drugs, 17(4), 279–290. [Link to full text]