In het laatste nummer van Vrij Nederland (12 december 2015) komt Stichting OPEN uitgebreid aan bod in een artikel over de gestage opkomst van psychedelisch onderzoek. In haar artikel “Trippen op recept” spreekt journaliste Freke Vuijst eerst met Dinah Bazer, een kankerpatiënte die dankzij haar psilocybinebehandeling haar doodsangst voorgoed wist te verjagen. Bazer was een van de proefpersonen van de studie aan de New York University over psilocybine voor de behandeling van doodsangst bij kankerpatiënten. Stephen Ross, een van de hoofdonderzoekers van de NYU-studie, noemt het succes van de psilocybinebehandelingen in zijn studie zonder meer indrukwekkend. Neal Goldsmith, co-organisator van het Horizons-symposium, dat in oktober plaatsvond in New York, en waar Vuijst Stephen Ross en zijn patiënte sprak, is het volmondig eens met deze laatste. “De data uit de studies zijn soms haast niet te geloven, zo overtuigend zijn ze,” legt hij uit. Terwijl de medische wereld volgens hem geen antwoord heeft op bijvoorbeeld post-traumatische stressstoornis (PTSS), en de psychiatrie zelden iets kan genezen, maakt hij zich sterk dat MDMA wel werkt. De onderzoeken naar de behandeling van doodsangst met psilocybine et die van PTSS met MDMA zijn momenteel de verst gevorderde.
Het artikel schetst vervolgens een kort historisch overzicht van de ‘eerste golf’ van het psychedelisch onderzoek tussen 1950 en 1970, waar president Nixon een einde aan stelde. Dat had niets te maken met de resultaten ervan: “Het was de counterculture revolution van de jaren zestig die de autoriteiten tot een algeheel verbod aanzette.” Ook in Nederland kende psychedelische therapie in die tijd een bloeiperiode, voornamelijk met het werk van psychiater Jan Bastiaans met overlevenden van de concentratiekampen uit WOII. Er kwam echter forse kritiek op de wetenschappelijkheid van de werkmethoden van Bastiaans. Joost Breeksema, voorzitter van Stichting OPEN, beaamt dat Bastiaans het imago van psychedelisch onderzoek in Nederland geen goed heeft gedaan, maar wijt het huidige gebrek aan onderzoek in Nederland vooral aan onbekendheid met moderne research over het onderwerp en blijvende associaties met hippies en muziek.
Ondertussen vordert het MDMA-onderzoek vrij snel. Volgens Rick Doblin, oprichter van MAPS, komt de goedkeuring van de Amerikaanse Food and Drug Administration er in 2021, en kan vanaf dan een netwerk van psychedelische therapieklinieken worden opgericht. Als voordelen van MDMA noemt hij het feit dat de ervaring minder ingrijpend en vreemd is dan bij de meer klassieke psychedelica, en dat er minder stigma aan vastkleeft.
Eerst moeten MDMA en psilocybine nog door het fase 3-onderzoek dat nu op til staat, waarbij de stoffen op een veel groter aantal patiënten worden getest. Dergelijke studies kosten hopen geld, en worden noch door de overheid noch door de farmasector gefinancierd. Die laatste is immers niet geïnteresseerd in stoffen waarop het patent vervallen is. In de VS bestaat er een traditie van grote non-profitorganisaties zoals MAPS, die privéfinanciering kunnen bieden, en zijn er belangrijke researchuniversiteiten die onderzoek voeren. In Nederland valt men traditioneel eerder terug op overheidsgeld. Bijgevolg gaat het onderzoek naar bijvoorbeeld MDMA eerder over de schadelijkheid ervan dan over mogelijke therapeutische toepassingen. Een toenemende interesse hiervoor bestaat wel: de lezingen en symposia van Stichting OPEN trekken volle zalen. Maar voorlopig komt het onderzoek naar psychedelische therapie in Nederland slechts moeizaam van de grond.