OPEN Foundation

De potentiële religieuze relevantie van entheogenen

Share This Post

Share on facebook
Share on linkedin
Share on twitter
Share on email

Ten minste sinds William James hebben religiewetenschappers zich afgevraagd of mystieke ervaringen die worden geïnduceerd door middel van chemische stoffen gelijkaardig of zelfs identiek zijn aan natuurlijk voorkomende mystieke ervaringen, en of ze dezelfde waarde hebben. Het debat woedde doorheen de 20e eeuw, en werd deels gevoed door wetenschappelijk onderzoek zoals het ondertussen klassiek geworden “Good Friday Experiment”, dat in 1962 door Walter Pahnke werd opgezet. Terwijl de discussie over deze ervaringen veroorzaakt door externe middelen, en de implicaties ervan, tot op heden voortduurt, heeft Zygon: Journal of Religion and Science (vol. 49, nr. 3) een thema gewijd aan de potentiële religieuze relevantie van entheogenen [fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][1].

In het eerste van vier artikelen spitst Ron Cole-Turner zich toe op het recente psilocybine-onderzoek vanuit de neuropsychofarmacologie vakgroep aan Imperial College Londen door Carhart-Harris et al. (2014), waarvan de resultaten suggereren dat het idee dat psychedelica de neurale activiteit in de hersenen zouden doen toenemen niet klopt. De onderzoekers vonden integendeel dat deze stoffen de neurale activiteit in het defaultnetwerk [2] – dat ze bestempelen als de “zetel van het ego” – doen afnemen. Dit resultaat is “zeer sprekend wat betreft de manier waarop psilocybine mogelijk in het brein te werk gaat om mystieke ervaringen te ‘veroorzaken’,” schrijft Cole-Turner. De auteur maakt echter bezwaar tegen het “negatieve etiket” van “magisch denken” dat het Londens onderzoekteam associeert met bovennatuurlijke interpretaties die deelnemers over hun ervaringen vormen. Hij trekt hier een scheidingslijn tussen het Londens team en het team van de Johns Hopkins universiteit [3] dat eveneens psilocybine bestudeert. Het eerste ziet mystiek gehalte volgens de auteur als een ongewenst neveneffect, terwijl dit voor het andere team net het brandpunt van het onderzoek vormt, en dus een wenselijke eigenschap. “Er speelt hier meer dan wetenschap mee, en er staat meer dan religie op het spel,” besluit Cole-Turner, die zich tot slot afvraagt wat we zullen halen uit wat ons te ontdekken staat.

In het tweede artikel steekt William Richards, die in de jaren ’60 heeft samengewerkt met Walter Pahnke en ook heeft gewerkt aan recent psilocybine-onderzoek, van wal met de stelling dat psychedelica “twee nieuwe cruciale factoren [bieden] die cruciaal zijn voor religieonderzoek […], namelijk werkzaamheid en betrouwbaarheid”. Dit betekent dat bij de meeste deelnemers op een veilige manier zeer zinvolle ervaringen kunnen worden veroorzaakt, en de auteur merkt daarbij op dat al meer dan 200 personen in alle veiligheid psilocybine toegediend kregen in het kader van het Johns Hopkins psilocybine-onderzoek. Voorts definieert hij de mystieke ervaring, en maakt hij een onderscheid volgens drie binaire dimensies: volledige en onvolledige, unitieve en persoonlijke, en interne en externe mystieke ervaringen. Zijn onderzoekswerk [4] heeft uitgewezen dat beide aspecten van deze dimensies elkaar niet uitsluiten, zoals sommige religie-onderzoekers hebben beweerd, en dat ze dus door één en dezelfde persoon beleefd kunnen worden. Voor religie-onderzoekers ziet Richards twee onmiddellijk betreedbare onderzoekspaden: het bestuderen van religieuze groepen die entheogenen als sacrament gebruiken, en samenwerking met collega’s uit andere vakgebieden bij het ontwerpen van interdisciplinaire studies met entheogenen.

De religieuze beweging Santo Daime, die het Amazonebrouwsel ayahuasca als voornaamste sacrament gebruikt, staat centraal in het derde artikel, geschreven door G. William Barnard. In het inleidende eerste deel maakt de auteur een onderscheid tussen de productieve en de transmissieve theorie van het brein. In de tweede theorie is het bewustzijn pre-existent aan de hersenen, die in dat geval enkel fungeren als een transmitter naar geest en lichaam. De productieve, wetenschappelijk gangbare theorie, stelt integendeel dat het bewustzijn volledig door het brein geproduceerd wordt. Als we het transmissieve perspectief nemen, dan betekent dit volgens de auteur dat mystieke of religieuze ervaringen niet zomaar “hallucinatoire nevenproducten zijn van storingen veroorzaakt door de chemische werking van deze stoffen”. In het tweede deel schetst Barnard de geschiedenis en de belangrijkste theologische beginselen van Santo Daime. Hij suggereert dat “de wens van [Huston] Smith [5] om de geboorte mee te maken van een hedendaagse mysterieschool die draait rond het sacramenteel gebruik van entheogenen daadwerkelijk [is] uitgekomen”, waarbij hij de Native American Church en de Braziliaanse religieuze groepering União do Vegetal als andere voorbeelden aanhaalt. Volgens Barnard is één van de voornaamste redenen dat leden van Santo Daime hun strikte discipline volhouden het feit dat ze belangrijke spirituele transformatie en fysieke heling aan hun praktijken overhouden.

In het laatste artikel onderstreept Leonard Hummel het belang van langdurige effecten van mystieke ervaringen. Hij merkt bovendien op dat hier bij de Johns Hopkins psilocybinestudies [6] ook aandacht voor is geweest, en dat er diverse positieve langetermijneffecten bij de deelnemers werden gevonden. Hummel geeft aan dat de authenticiteit van mystieke ervaringen die door psychedelica worden veroorzaakt dezer dagen eigenlijk nog amper wordt aangevochten, behalve door de kritiek dat onderzoek zich eerder toelegt op de individuele religieuze ervaring (“een voorbijgaand wow-gevoel”) dan op de weerslag ervan op de gemeenschap. Volgens de auteur heeft deze bezorgdheid geen uitstaans met de realiteit van de lopende (klinische) studies (die bevragingen bevatten over de effecten op de sociale beleving van de deelnemers), noch van bestaande religieuze gemeenschappen zoals Santo Daime of peyotekerken. Hij formuleert ook de hypothese dat het Council on Spiritual Practices de bedoeling heeft om in de VS erkende religieuze gemeenschappen te doen ontstaan gebaseerd op entheogenen. Niettemin kan Hummel zich het gebruik van entheogenen in christelijke gemeenschappen in de VS niet voorstellen, en hamert hij onder andere op gezondheidsrisico’s wegens mogelijk gebrek aan een aangepaste setting. Daarom besluit de auteur dat het toedienen van entheogenen beter beperkt blijft tot een therapeutische context.

Alle artikelen zijn verschenen in het septembernummer van Zygon: Journal of Religion and Science (volume 49, no. 3), in het thema The Potential Religious Relevance of Entheogens


 
[1] “Entheogeen” is een synoniem voor “psychedelicum”, en wordt vaak in een religieuze context gebruikt. Letterlijk betekent het een stof die “het goddelijke binnenin (de mens) tot uiting doet komen”.
[2] Het defaultnetwerk is een netwerk van hersengebieden dat vooral actief is in rusttoestand, waarbij de aandacht eerder inwaarts is gericht.
[3] Zie onder andere Griffiths et al. (2006).
[4] Richards (2008).
[5] Huston Cummings Smith is een befaamde Amerikaanse religie-wetenschapper.
[6] Griffiths et al. (2006).
 
Referenties
Barnard, G. William (2014). Entheogens in a Religious Context: The Case of the Santo Daime Religious Tradition. Zygon: Journal of Religion and Science, 49(3), 666-684. [Abstract]
Carhart-Harris, Robin L., Robert Leech, Peter J. Hellyer, Murray Shanahan, Amanda Feilding, Enzo Tagliazucchi, Dante R. Chialvo, and David J. Nutt (2014). The Entropic Brain: A Theory of Conscious States Informed by Neuroimaging Research with Psychedelic Drugs. Frontiers in Human Neuroscience 8. doi : 10.3389/fnhum.2014.00020 [Abstract]
Cole-Turner, Ron (2014). Entheogens, Mysticism, and Neuroscience. Zygon: Journal of Religion and Science, 49(3), 642-651. [Abstract]
Griffiths, R. R., Richards, W. A., McCann, U. & Jesse, R. (2006). Psilocybin can occasion mystical-type experiences having substantial and sustained personal meaning and spiritual significance, Psychopharmacology, 187, 268–283. [Abtract]
Hummel, Leonard. By Its Fruits? Mystical and Visionary States of Consciousness Occasioned by Entheogens. Zygon: Journal of Religion and Science, 49(3), 685-695. [Abstract]
Richards, W. A. (2008). The Phenomenology and Potential Religious Import of States of Consciousness Facilitated by Psilocybin. Archive for the Psychology of Religion, 30, 189-199. [Abstract]
Richards William A. (2014). Here and Now: Discovering the Sacred with Entheogens. Zygon: Journal of Religion and Science, 49(3), 652-665. [Abstract][/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

OPEN Foundation

Join ICPR 2022 Online!

ICPR features world-leading experts from many academic disciplines, including psychiatry, psychology, neuroscience, anthropology, ethnobotany, and philosophy who come together to give a scientific conference for academics, therapists, researchers, clinicians, policymakers, and members of the public. Get your ICPR 2022 livestream ticket today and use the code OPENLIVE30 at checkout for a €30 discount.

Learn More

INTERESTED IN PSYCHEDELIC RESEARCH AND THERAPIES?

Subscribe to our new OPEN-Minded newsletter to stay in the loop, hear about our events, and become a part of a community dedicated to advancing psychedelics.

By clicking subscribe, I confirm to receive emails from the OPEN Foundation and agree with its privacy policy.

30 April - Q&A with Rick Strassman

X