OPEN Foundation

Day: 4 November 2015

Psychedelic medicine: a re-emerging therapeutic paradigm

CMAJ_Psychedelic_Cover_-_Oct_2015 In a recent article, Tupper et al. (2015) [1] investigate the new and re-emerging therapeutic paradigm involving psychedelic substances for treating mental health conditions. Recent studies with patient populations are reviewed and thoughts on how the paradigm may move forward are presented.

Unlike the research in the 60’s and 70’s, where non-randomised, non-blind methods, together with unethical procedures discredited the research, the new wave of studies is showing that research on psychedelics as therapeutic agents can abide by modern-day scientific, ethical and safety standards.

Research into the treatment of anxiety is looked at first, with a review of three recent studies involving patient populations struggling with end-of-life anxiety (LSD and psilocybin) and autism-related social anxiety (MDMA). The article then moves on to research on addiction, with studies using psilocybin (alcohol and tobacco) and ayahuasca-assisted therapy (various substances), the latter being investigated mainly by means of observational studies. Lastly, the review looks at research into PTSD with MDMA-assisted psychotherapy.

In sum, the studies reviewed indicate that research is going well and gaining more positive press, however attention is brought to the fact that this research needs to be extra careful and vigilant of potential hazard and harms. The precipitation of psychotic breaks in patients with mental disorders or a predisposition to these disorders can occur[2], as can Hallucinogen Persisting Perception Disorder (HPPD), which involves continual presence of sensory disturbances.[3] However, the incidence of these adverse effects in the general population is believed to be generally quite low, and when they do occur, this usually happens when the drugs are used in an uncontrolled setting. Due to these hazards, research involves careful screening of participants and typically excludes people with a family history of psychosis.

The authors go on to envision some of the benefits that could arise if science were allowed more freedom to investigate how psychedelic drugs work on a neurological level. For instance, the understanding of the relationship between the brain, mind and consciousness would be advanced, and the mechanisms of action of these agents could be unveiled, leading to optimal therapeutic protocols with certain psychedelics for specific disorders. Additionally, they point out the large health system costs worldwide for mental health conditions, arguing that research is economically warranted, with long-term prospects providing cheaper and shorter-term treatment compared to current treatments.

The review concludes with an outlook on how this paradigm may evolve, proposing that medical school programmes may need to be updated, with specialised clinical training for health professionals for such treatments. Overall, this new paradigm looks promising and it could serve to educate and correct previous misconceptions within the science community, influence legislation regarding drug law, and most importantly, treat and offer new ways to help treatment-resistant patients.

[1] Tupper, K. W., Wood, E., Yensen, R., & Johnson, M. W. (2015). Psychedelic medicine: a re-emerging therapeutic paradigm. Canadian Medical Association Journal, doi: 10.1503/cmaj.141124.

[2] Abraham, H. D., Aldridge, A. M., & Gogia, P. (1996). The psychopharmacology of hallucinogens. Neuropsychopharmacology, 14(4), 285-298.

[3] Halpern, J. H., & Pope, H. G. (2003). Hallucinogen persisting perception disorder: what do we know after 50 years? Drug and alcohol dependence, 69(2), 109-119.

[Boekrecensie] Seeking the Sacred with Psychoactive Substances (Volume 2)

Ellens_fullSeeking the Sacred with Psychoactive Substances: Chemical Paths to Spirituality and to God, Volume 2: Insights, Arguments, and Controversies, geredigeerd door J. Harold Ellens, Praeger, 2014.

 Dit is het tweede en laatste deel van de recensie van deze publicatie in de Psychology, Religion and Spirituality Series uitgegeven door Praeger. Lees hier het eerste deel.

Waar het eerste deel bestaat uit historische voorbeelden en analyses, omvat het tweede deel een collectie essays die reflecteren op het recente onderzoek naar de spirituele aspecten van de psychedelische ervaring vanuit een groot scala van disciplines. Een aantal van de theoretische problemen die het onderzoek naar spirituele ervaringen door psychedelicagebruik met zich meebrengt worden ook aangekaart.

De eerste drie hoofdstukken zijn geschreven door wetenschappers die deel uitmaken van de Johns Hopkins-groep die onderzoek doet naar mystieke ervaringen veroorzaakt door psilocybine. William Richards reflecteert op de problemen met het bestuderen van mystieke ervaringen in een klinische omgeving en hoe entheogenen een optie zijn om deze ervaringen beter te begrijpen. Hij laat zien dat ze onderdeel kunnen zijn van een genezingsprogramma voor patiënten die lijden aan angst voor de (nabije) dood, verslaving, depressie of angsten. Hij gaat ook in op een van de terugkerende thema’s in dit deel: de vraag of de mystieke ervaringen die voortkomen uit het gebruik van psychedelica wel authentiek zijn. Robert Jesse en Roland Griffiths geven een overzicht van het onderzoek dat aan Johns Hopkins is gedaan met meer dan 200 vrijwilligers met verschillende achtergronden. Ze gaan in op de relatie tussen de mystieke ervaring en de langetermijneffecten ervan op persoonlijkheid en de zelfverklaarde spirituele significantie van de ervaring.

Er zijn ook een aantal antropologische essays over het gebruik van psychedelica in moderne religieuze en sjamanistische settings. Joseph Calabrese analyseert het therapeutische gebruik van peyote in de Native American Church, en laat zien hoe bewustzijnsverandering voor de Navajo diep verbonden is met het spirituele en het therapeutische. Dit komt vaker voor bij niet-Westerse culturen. Evgeni Fotiou geeft een overzicht van de redenen waarom mensen naar de Amazone reizen om deel te nemen aan een ayahuascaretraite, en laat zien dat zulke toeristen op zoek zijn naar een diepgaande ervaring en hun reis als een soort bedevaart ervaren. Ze zijn op zoek naar persoonlijke transformatie en genezing en geven blijk van een kijk op spiritualiteit die net als die van de Native American Church zowel door genezing als transformatie wordt gekenmerkt.

Beatriz Labate en Rosa Melo schrijven over de verhouding tussen een georganiseerde ayahuascareligie, de União do Vegetal (UDV), en wetenschappelijk onderzoek. De UDV is actief betrokken bij het onderzoek naar de therapeutische eigenschappen van Hoasca, de term die zij gebruiken voor het drankje. Dit hoofdstuk is een recensie van een boek dat ze hebben gepubliceerd en een reflectie op hun motieven om dat te doen, en het laat zien hoe de wetenschap zowel wordt gevormd door de overtuigingen van de groep en tegelijkertijd die overtuigingen ontwikkelt. De wetenschappelijke inzichten versterken het wereldbeeld van de groep.

Een ouder essay van Walter Pahnke en William Richards, dat werd opgediept en herdrukt uit een tijd toen het gebruik van psychedelica nog niet illegaal was, laat de beloftes zien die deze stoffen ooit inhielden voor de wetenschap en de maatschappij en weerspiegelt daarmee het idealisme dat voortkwam uit de psychedelische wetenschap van de jaren 60. Het anekdotische hoofdstuk dat volgt is een vervlochten persoonlijke geschiedenis van Zalman Schachter-Shalomi en Stanley Krippner. Het laat een interessant beeld zien van het tijdperk en een aantal van haar sleutelfiguren.

Vervolgens lezen we drie hoofdstukken over de echtheid van psychedelisch mysticisme. Roger Walsh stelt dat deze ervaringen authentiek zijn en dat psychedelica, onder sommige omstandigheden en door bepaalde personen, gebruikt kunnen worden om een mystieke staat van bewustzijn te bereiken. Ralph Hood duikt dieper in de wetenschap van het meten van mysticisme en laat zien dat het, met de meest uitgebreide evaluatieschalen die we hebben ontwikkeld, onmogelijk is om psychedelisch mysticisme van andere typen mysticisme te onderscheiden. In een prachtig essay probeert Dan Merkur de mystieke ervaring in kaart te brengen, waarbij hij laat zien dat de ervaring gekleurd wordt door geloofsovertuigingen (‘beliefs’) en over- of bovengeloof (‘overbeliefs’), een bijzonder inzichtelijke term die hij leent van William James. Hij stelt dat dergelijke interpretatie je wegleidt van de kern van de mystieke ervaring en dichter brengt bij de culturele omgeving waarin je handelt.

David Steindl-Rast brengt een soortgelijke stelling. De mystieke kern van religie is volgens hem overal hetzelfde en lokale interpretaties hebben de neiging om religie te verstarren en de beleefde ervaring te herleiden tot dogmatisch moralisme. Volgens hem daagt de mystieke ervaring altijd de religieuze status quo uit wanneer deze in dogmatisme is vervallen.

De volgende vier hoofdstukken kunnen worden gezien als interpretaties van de mystieke ervaring. Christopher Bache vertelt een zeer persoonlijk verhaal over zijn ervaring met dood en wedergeboorte onder de invloed van psychedelica, en heeft het over de inzichten en de groei die door deze ervaringen mogelijk werden gemaakt. Hier wordt vervolgens op voortgegaan door Anthony Bossis, die onderzoek doet naar het gebruik van psilocybine en de mystieke ervaring om existentiële nood te verlichten bij stervende mensen, waarbij hij stelt dat de betekenis die door spiritualiteit wordt verstrekt essentieel is om vrede te hebben met je eigen dood.

In een kort essay geeft Thomas Robert een overzicht van het werk rond de perinatale theorie van Stanislav Grof, die in het volgende hoofdstuk schrijft over de invloed van psychedelica op het gebied van wetenschap en therapie. Dit hoofdstuk staat op een lijn met dat van Steindl-Rast, omdat het laat zien hoe de psychedelische ervaring bepaalde dogmatische delen van de academische wereld door elkaar schudt en nieuwe inzichten kan brengen.

Het voorlaatste hoofdstuk van David Yaden en Andrew Newberg gaat over transcendente ervaringen die zonder psychedelica worden teweeggebracht en over de andere klassieke manieren waarop veranderde bewustzijnsstaten kunnen worden bereikt. Ze concentreren zich op het ontluikende gebied van niet-invasieve hersenstimulatie en laten zien hoe zulke technieken een radicale ommekeer zullen teweegbrengen in de manier waarop we denken over spiritualiteit aan de ene kant en genezing en therapie aan de andere kant.

In het laatste hoofdstuk gaat Robert Fuller dieper in op de argumenten voor en tegen de authenticiteit van chemische verlichting, en stelt dat de argumenten tegen dit idee slechts deels waar zijn. Vervolgens verbindt hij deze discussie aan die rondom de legaliteit van psychedelica en hun spirituele toepassingen. Hij sluit het boek af met een oproep tot spirituele volwassenheid, en laat zien dat we een bepaalde vorm van spiritualiteit slechts kunnen beoordelen op de manier waarop mensen erdoor veranderen en de mate waarin deze transformatie goed voor hen persoonlijk en voor de samenleving als geheel is.

Al met al biedt dit tweede deel stof tot nadenken. Het toont zowel de mogelijkheden als de grenzen van psychedelische spiritualiteit en zet ons aan om te blijven zoeken naar een beter begrip van zowel de psychedelische ervaring als van bewustzijn in het algemeen. Veel essays benadrukken of gaan er impliciet van uit dat de mystieke ervaring de gemeenschappelijke kern is voor alle religies, wat al vaker is gezegd, maar de literatuur die dit idee bekritiseert is hier opmerkelijk afwezig.

De twee delen geven samen een overzicht van en een reflectie op de verschillende manieren waarop psychoactieve stoffen werden en worden gebruikt binnen een spirituele en religieuze context. Het is de meest uitvoerige academische publicatie over dit onderwerp tot nu toe en zal de komende jaren veel invloed hebben op de discussies erover.

Seeking the Sacred with Psychoactive Substances (Volume 2)

Ellens_fullSeeking the Sacred with Psychoactive Substances: Chemical Paths to Spirituality and to God, Volume 2: Insights, Arguments, and Controversies, geredigeerd door J. Harold Ellens, Praeger, 2014.

 Dit is het tweede en laatste deel van de recensie van deze publicatie in de Psychology, Religion and Spirituality Series uitgegeven door Praeger. Lees hier het eerste deel.

Waar het eerste deel bestaat uit historische voorbeelden en analyses, omvat het tweede deel een collectie essays die reflecteren op het recente onderzoek naar de spirituele aspecten van de psychedelische ervaring vanuit een groot scala van disciplines. Een aantal van de theoretische problemen die het onderzoek naar spirituele ervaringen door psychedelicagebruik met zich meebrengt worden ook aangekaart.

De eerste drie hoofdstukken zijn geschreven door wetenschappers die deel uitmaken van de Johns Hopkins-groep die onderzoek doet naar mystieke ervaringen veroorzaakt door psilocybine. William Richards reflecteert op de problemen met het bestuderen van mystieke ervaringen in een klinische omgeving en hoe entheogenen een optie zijn om deze ervaringen beter te begrijpen. Hij laat zien dat ze onderdeel kunnen zijn van een genezingsprogramma voor patiënten die lijden aan angst voor de (nabije) dood, verslaving, depressie of angsten. Hij gaat ook in op een van de terugkerende thema’s in dit deel: de vraag of de mystieke ervaringen die voortkomen uit het gebruik van psychedelica wel authentiek zijn. Robert Jesse en Roland Griffiths geven een overzicht van het onderzoek dat aan Johns Hopkins is gedaan met meer dan 200 vrijwilligers met verschillende achtergronden. Ze gaan in op de relatie tussen de mystieke ervaring en de langetermijneffecten ervan op persoonlijkheid en de zelfverklaarde spirituele significantie van de ervaring.

Er zijn ook een aantal antropologische essays over het gebruik van psychedelica in moderne religieuze en sjamanistische settings. Joseph Calabrese analyseert het therapeutische gebruik van peyote in de Native American Church, en laat zien hoe bewustzijnsverandering voor de Navajo diep verbonden is met het spirituele en het therapeutische. Dit komt vaker voor bij niet-Westerse culturen. Evgeni Fotiou geeft een overzicht van de redenen waarom mensen naar de Amazone reizen om deel te nemen aan een ayahuascaretraite, en laat zien dat zulke toeristen op zoek zijn naar een diepgaande ervaring en hun reis als een soort bedevaart ervaren. Ze zijn op zoek naar persoonlijke transformatie en genezing en geven blijk van een kijk op spiritualiteit die net als die van de Native American Church zowel door genezing als transformatie wordt gekenmerkt.

Beatriz Labate en Rosa Melo schrijven over de verhouding tussen een georganiseerde ayahuascareligie, de União do Vegetal (UDV), en wetenschappelijk onderzoek. De UDV is actief betrokken bij het onderzoek naar de therapeutische eigenschappen van Hoasca, de term die zij gebruiken voor het drankje. Dit hoofdstuk is een recensie van een boek dat ze hebben gepubliceerd en een reflectie op hun motieven om dat te doen, en het laat zien hoe de wetenschap zowel wordt gevormd door de overtuigingen van de groep en tegelijkertijd die overtuigingen ontwikkelt. De wetenschappelijke inzichten versterken het wereldbeeld van de groep.

Een ouder essay van Walter Pahnke en William Richards, dat werd opgediept en herdrukt uit een tijd toen het gebruik van psychedelica nog niet illegaal was, laat de beloftes zien die deze stoffen ooit inhielden voor de wetenschap en de maatschappij en weerspiegelt daarmee het idealisme dat voortkwam uit de psychedelische wetenschap van de jaren 60. Het anekdotische hoofdstuk dat volgt is een vervlochten persoonlijke geschiedenis van Zalman Schachter-Shalomi en Stanley Krippner. Het laat een interessant beeld zien van het tijdperk en een aantal van haar sleutelfiguren.

Vervolgens lezen we drie hoofdstukken over de echtheid van psychedelisch mysticisme. Roger Walsh stelt dat deze ervaringen authentiek zijn en dat psychedelica, onder sommige omstandigheden en door bepaalde personen, gebruikt kunnen worden om een mystieke staat van bewustzijn te bereiken. Ralph Hood duikt dieper in de wetenschap van het meten van mysticisme en laat zien dat het, met de meest uitgebreide evaluatieschalen die we hebben ontwikkeld, onmogelijk is om psychedelisch mysticisme van andere typen mysticisme te onderscheiden. In een prachtig essay probeert Dan Merkur de mystieke ervaring in kaart te brengen, waarbij hij laat zien dat de ervaring gekleurd wordt door geloofsovertuigingen (‘beliefs’) en over- of bovengeloof (‘overbeliefs’), een bijzonder inzichtelijke term die hij leent van William James. Hij stelt dat dergelijke interpretatie je wegleidt van de kern van de mystieke ervaring en dichter brengt bij de culturele omgeving waarin je handelt.

David Steindl-Rast brengt een soortgelijke stelling. De mystieke kern van religie is volgens hem overal hetzelfde en lokale interpretaties hebben de neiging om religie te verstarren en de beleefde ervaring te herleiden tot dogmatisch moralisme. Volgens hem daagt de mystieke ervaring altijd de religieuze status quo uit wanneer deze in dogmatisme is vervallen.

De volgende vier hoofdstukken kunnen worden gezien als interpretaties van de mystieke ervaring. Christopher Bache vertelt een zeer persoonlijk verhaal over zijn ervaring met dood en wedergeboorte onder de invloed van psychedelica, en heeft het over de inzichten en de groei die door deze ervaringen mogelijk werden gemaakt. Hier wordt vervolgens op voortgegaan door Anthony Bossis, die onderzoek doet naar het gebruik van psilocybine en de mystieke ervaring om existentiële nood te verlichten bij stervende mensen, waarbij hij stelt dat de betekenis die door spiritualiteit wordt verstrekt essentieel is om vrede te hebben met je eigen dood.

In een kort essay geeft Thomas Robert een overzicht van het werk rond de perinatale theorie van Stanislav Grof, die in het volgende hoofdstuk schrijft over de invloed van psychedelica op het gebied van wetenschap en therapie. Dit hoofdstuk staat op een lijn met dat van Steindl-Rast, omdat het laat zien hoe de psychedelische ervaring bepaalde dogmatische delen van de academische wereld door elkaar schudt en nieuwe inzichten kan brengen.

Het voorlaatste hoofdstuk van David Yaden en Andrew Newberg gaat over transcendente ervaringen die zonder psychedelica worden teweeggebracht en over de andere klassieke manieren waarop veranderde bewustzijnsstaten kunnen worden bereikt. Ze concentreren zich op het ontluikende gebied van niet-invasieve hersenstimulatie en laten zien hoe zulke technieken een radicale ommekeer zullen teweegbrengen in de manier waarop we denken over spiritualiteit aan de ene kant en genezing en therapie aan de andere kant.

In het laatste hoofdstuk gaat Robert Fuller dieper in op de argumenten voor en tegen de authenticiteit van chemische verlichting, en stelt dat de argumenten tegen dit idee slechts deels waar zijn. Vervolgens verbindt hij deze discussie aan die rondom de legaliteit van psychedelica en hun spirituele toepassingen. Hij sluit het boek af met een oproep tot spirituele volwassenheid, en laat zien dat we een bepaalde vorm van spiritualiteit slechts kunnen beoordelen op de manier waarop mensen erdoor veranderen en de mate waarin deze transformatie goed voor hen persoonlijk en voor de samenleving als geheel is.

Al met al biedt dit tweede deel stof tot nadenken. Het toont zowel de mogelijkheden als de grenzen van psychedelische spiritualiteit en zet ons aan om te blijven zoeken naar een beter begrip van zowel de psychedelische ervaring als van bewustzijn in het algemeen. Veel essays benadrukken of gaan er impliciet van uit dat de mystieke ervaring de gemeenschappelijke kern is voor alle religies, wat al vaker is gezegd, maar de literatuur die dit idee bekritiseert is hier opmerkelijk afwezig.

De twee delen geven samen een overzicht van en een reflectie op de verschillende manieren waarop psychoactieve stoffen werden en worden gebruikt binnen een spirituele en religieuze context. Het is de meest uitvoerige academische publicatie over dit onderwerp tot nu toe en zal de komende jaren veel invloed hebben op de discussies erover.

7 May - Psychedelics, Nature & Mental Health with Sam Gandy

X